Boven: Het laadruim waarin vroeger turf werd vervoerd is nu de woonkamer. Rechtsboven: Een van de twee slaapkamers voor in het ruim waar de dochters van Coos en Daniëlle slapen. TURF De Vleermoes werd 116 jaar geleden gebouwd als zeilend schip en het vervoerde turf op de Friese wateren. Formeel is het geen monument, maar heeft het een voorlopige monumentenstatus. Coos: 'Rond 1950 is het schip gemoderniseerd en zijn er onder meer een stuurhut, Engels stuurwiel en een motor gekomen. Het schip heeft toen een jaar of tien zand en grind vervoerd bij het uitbaggeren van de Bijland. Via Zwartsluis is het uiteindelijk in Engeland beland en in de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam het schip terug in Rotterdam. Daar hebben wij het in 1999 gekocht. In zo'n slechte staat dat we alle betimmering hebben weggehaald en alles opnieuw hebben gedaan.' Bij de restauratie zijn Coos en Daniëlle uitgegaan van het origineel in 1905. 'Hoewel er geen oude foto's van dit schip zijn, hebben we veel gekeken naar andere oude dektjalken. Zo konden we goed achterhalen hoe het er oorspronkelijk uit heeft gezien.' Coos werkt als schilder bij Terlak en is erg handig, samen met Daniëlle heeft hij het schip weer zeilend gemaakt. 'De mast, een roer, de houten luiken en de zwaarden; het is er allemaal weer. We hebben onder de luiken wél een stalen dak aangebracht. Voor de isolatie, maar ook omdat we graag 100 procent lekvrij willen wonen.' ELK WEEKEND VAREN Dat Coos en Daniëlle al ruim twintig jaar op het water wonen, komt vooral door Coos' vader Koos Oonk (83). 'Mijn vader heeft eind vorige eeuw deze haven opgericht', aldus Coos. 'Ik ben opgegroeid aan de Zaagmolenweg, waar ik ongeveer tot mijn veertiende heb gewoond. Zolang ik me kan herinneren hadden mijn ouders een boot waarmee we ieder weekend en iedere vakantie gingen varen. Op een gegeven moment wilden ze graag permanent op een schip wonen. Mijn vader had gehoord dat schippers die aan de IJsselkade lagen, aan land wilden komen 8

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2021 | | pagina 8