ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN
invloeden van de Jugendstil vertoont. Bij deze woningen is
de begane grond verhoogd aangelegd boven een souterrain.
Daardoor bleven bij hoge waterstanden de woonvertrekken
droog. Tot 1958 hadden de bewoners van dit nieuwe stadsdeel
namelijk regelmatig te maken met wateroverlast door de
opstuwing van water in de IJssel en de Berkel.
DEVENTERWEGKWARTIER
In het begin van de vorige eeuw was alleen het middelste deel
van de hoofdrijbaan van de Deventerweg bestraat met klinkers,
de ventwegen en de bermen waren verhard met grind. Langs de
weg lagen sinds 1890 de rails van de paardentram naar Gorssel.
De bekende Haagse architect Salomon de Clercq stelde in 1919
een stedenbouwkundig plan op voor het Deventerwegkwartier,
dat uiteindelijk maar gedeeltelijk uitgevoerd werd. Aan de
Links: Omstreeks 1600 werd Zutphen ron
dom voorzien van nieuwe vestingwerken.
Ongeveer op de plaats van de Hanzehof
kwam rond 1625 een hoornwerk te liggen.
Aan de buitenzijde van de stadsgracht
passeerde men de aarden vestingwerken
via de Nieuwstadsbuitenpoort. De weg
liep verder over een lange brug naar een
ravelijn en ging verder over een korte
brug langs de Contrescarpe en de Grote
Gracht. Aan de andere zijde kon men de
noordelijke tak van de Berkel met een
ophaalbrug passeren en liep de weg ten
zuiden van het hoornwerk verder in de
richting van de Weg naar Laren. (Kaart van
De Wit uit 1698).
Rechts: Tegelijk met de aanleg van de Lu
netten van Coehoorn werd ook het eerste
deel van de Weg naar Laren omgelegd
naar de nieuwe Straatweg van Zutphen
naar Deventer. Deze weg had aan beide
zijden een bermsloot en een dubbele
rij bomen. Binnen de vesting hadden
welgestelde Zutphenaren tussen de Grote
Gracht en de lunetten tuinen en lusthoven
aangelegd (Tekening: Erfgoed Centrum
Zutphen).
Rechtsboven: Ingekleurde ansichtkaart uit
1925 van de Deventerweg. Waarschijnlijk
is de grasberm tussen de twee bomen
rijen per vergissing als halfverharding
ingekleurd.
Rechtsonder: Tot aan de dichting van de
Baakse overlaat in 1949 had Zutphen altijd
veel last van wateroverlast. Bij een over
stroming in 1926 liepen de lager gelegen
gronden rond de stad onder water. Op de
foto is de ondergelopen Deventerweg te
zien, de ventwegen bleven nog net droog.
(Beelden: Erfgoed Centrum Zutphen)
Bij graafwerkzaamheden is een aantal archeologische vondsten gedaan. Voorbeelden hiervan zijn: een zilveren
middeleeuws muntje, een vergulde middeleeuwse riemtong en divers aardewerk en steengoed uit de middeleeuwen
en nieuwe tijd. Deze voorwerpen werden aangetroffen in een nog aanwezige middeleeuwse akkerlaag en een
jonger esdek. Noemenswaardig zijn ook de aangetroffen schuttersputjes uit de Tweede Wereldoorlog. Die zijn
na de bevrijding volgegooid met bouwpuin (vooral vensterglas en dakpannen) en huisraad afkomstig uit de door
oorlogshandelingen beschadigde woningen langs de Deventerweg. 'Deze resultaten vormen nog maar het begin:
het echte archeologische onderzoek zal beginnen met de herinrichting van de centrale weg en de aanplant van de
nieuwe bomenrijen', aldus Arjan den Braven, archeoloog bij de gemeente Zutphen.