Hilt inliit, i Boven: Het opzichtershuis, links naast de hoge schoorstenen. Rechts: Hier is het huis nog net zichtbaar, geheel rechts. Onder: De huidige bewoners An de Cock en Karel Overbeek. Willemsen herinnert zich de wijk en die ene tastbare herinnering eraan nog goed. 'De opzichter heette Lammers. Ik weet nog bijvoorbeeld dat in de oorlog het opzichtershuis als surrogaatkerk werd gebruikt. Je mocht niet bij elkaar komen, of naar de kerk. Dus werden stiekem kerkdiensten in het opzichterhuis georganiseerd. Uit verhalen van mijn moeder weet ik dat de gasfabriek kolen uitdeelde in de Eerste Wereldoorlog. Dan stonden de mensen in lange rijen met hun kruiwagen te wachten. Dus het is altijd al een belangrijk onderdeel van de wijk geweest.' Na de Tweede Wereldoorlog ging Het gezin woonde er overigens niet omdat vader in de fabriek werkte. 'Mijn grootouders woonden hier, dus wij als gezin met negen kinderen wilden daar in de buurt wonen. Zodat mijn moeder af en toe een beetje hulp kreeg. Mijn oma schilde dan een grote pan aardappels voor ons zodat mijn moeder dat niet meer hoefde te doen.' het echter steeds minder met De Mars. Mede door de geïsoleerde ligging werd de wijk verwaarloosd, trokken mensen weg en werd er begonnen met slopen. Niet alleen de arbeidershuisjes moesten eraan geloven, ook de statige directeurswoning van de gasfabriek. En andere herenhuizen als de villa van de directeur van de zeepfabriek, de villa van de hoofdredacteur van de Zutphense Courant en

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2020 | | pagina 8