Boven: Rêverie in de sneeuw. Rechts: Thierry en Maïté met hun pasgeboren zoon Barend in Frankrijk, januari 1968. Maïté was, zoals zij het zelf zo vaak zeiden, zijn muze. Thierry maakte talloze portretten van haar. In de beginjaren schilderde hij en zat zij naast hem in het atelier op een bankje te lezen en te roken. Thierry zag, om de titel te parafraseren van de expositie die het Stedelijk Museum Zutphen in 2009-2010 aan hem wijdde, vaak 'het grootste in de kleinste dingen'. In zijn aandachtige, figuratieve schilderstijl veranderde iets alledaags als een schelpje op het strand of een plekje in het gras in een tijdloze en poëtische herinnering. In de loop van de jaren zeventig begon Maïté haar eigen carrière als beeldend kunstenaar. Ook haar werk was heel persoonlijk: haar eerste beeldje was een kleiportret van ondergetekende. In de loop van de jaren tachtig en negentig maakte ze een grote hoeveelheid beelden in opdracht, portretten en vrouwennaakten. In het begin nog wat timide, gaandeweg steeds gedurfder en expressiever in al hun vitale vrouwelijkheid. Na Thierry's dood in 1999 maakte Maïté een serie dubbelportretten van geliefden. Het is niet moeilijk in Malade d'Amour (2002), een van de beelden die we uit haar nalatenschap aan de Musea Zutphen geschonken hebben, Thierry en Maïté zelf te herkennen: hij was ook haar muze. KUNSTPRAKTIJK 'We waren zo bohème, zo gelukkig,' vertelde Maïté in 2004 aan kunsthistorica Ileen Montijn over die beginjaren in Nederland. Het leven voor de liefde en de kunst was intens en écht, maar het beeld van de Franse artistes werd door hen beiden ook wel een beetje gecultiveerd. Je kunt wegdromen bij de IJssellucht van Thierry, al vanaf 1978 in het bezit van de Musea Zutphen, of bij de kleine études Ainsi Soit Elle, Torso of Volupté van Maïté, maar achter al die schoonheid en poëzie in acrylverf of brons ging ook gewoon een praktijk schuil van hard werken, exposeren en verkopen. Nu Maïté haar atelier definitief verlaten heeft zou je dat aspect bijna vergeten. De grote staande boormachine en de lasapparatuur waarmee ze de metalen geraamtes van haar beelden maakte, de tonnen met IJsselklei die ze met haar sterke handen bewerkte, de grote takel en lier 52

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2020 | | pagina 50