^©■'Ssr'otf
Wethoude
Apeldoorn
leben'ing
!4Lo4
Soot'jffl z. oi-e AJ&.
Linkerpagina: Het betonnen fundament van de schotbalkenloods is hier te zien. De bosschages erachter tekenen de voormalige loop van de
Hoendernesterbeek. Tijdens perioden van veel neerslag loop het restant van de beek nog steeds onder water.
Boven: Overzichtstekening van de schotbalkenloods met links in het midden duidelijk de locatie ervan ingetekend; links van de weg net onder de
Hoendernesterbeek. (Beeld: Regionaal Archief Zutphen)
EEN MUUR VAN WATER
De gedachte was dat de Waal en de
Nederrijn volledig afgedamd zouden
worden zodat al het water de IJssel
ingeduwd werd. Als gevolg van deze
afdamming zou de IJssel negen keer
zoveel water te verwerken krijgen.
Hierdoor zou een strook van drie tot
wel vijftien kilometer breed vanaf
Nijmegen tot en met IJsselmuiden
overstromen. Bij hoog water zou
zelfs een deel van Duitsland onder
water komen te staan. De kern van de
IJssellinie bestond uit drie stuwen. De
eerste lag bij Arnhem in de Nederrijn,
bij Meinerswijk. De tweede in de Waal
ter hoogte van Bemmel en de derde
in de IJssel bij Olst. De laatste stuw
moest ervoor zorgen dat het water de
IJssel niet te snel zou verlaten.
Bij het onderlopen van het land
moest het waterpeil zorgvuldig
worden gecontroleerd. Het water
mocht niet te diep zijn, want dan
zouden de Russen met boten de
ondergelopen stukken land kunnen
oversteken. Aan de andere kant
mochten de overstroomde gebieden
ook niet te ondiep zijn, want dan zou
de vijand te voet en met voertuigen
zijn weg door het water kunnen
vervolgen richting de Randstad.
Het Nederlandse leger moest
standhouden achter de modderzee.
Bij onder water zetten van het land
werd rekening gehouden met de
evacuatie van maar liefst 410.000
personen.
SCHOTBALKEN EN WARME
KLEDING
Om ervoor te zorgen dat het land zo
snel mogelijk onder water zou lopen,
werden zeven grote en een onbekend
aantal kleine sluizen in de dijken van
de IJssel gebouwd. In vredestijd waren
deze sluizen geopend. Maar bij een
sterke oorlogsdreiging zouden deze
sluizen gesloten worden om het land
snel onder water te laten lopen. Bij
de kleine sluisjes werden zogeheten
schotbalkenloodsen gebouwd. In
het gebouwtje lagen schotbalken
opgeslagen waarmee men het
naastgelegen sluisje kon afsluiten.
Ook lagen hier de bijbehorende zaken
opgeslagen zoals gereedschap,
warme kleding, een bootje en touwen
47