ARCHEOLOGIE Molen 2 kadaverveld Molen 1 pal«n (vnl.Mlingï Opgegraven structuren van de twee houtzagerijen en de onderliggende kadaverkuilen. In zwart-wit de latere arbeiderswijk uit 1905 (eveneens opgegraven). Inlaat van de beerput. Deze is betegeld om de doorstroom te bevorderen. kunnen bezweken zijn aan de runderpest die in de 18e eeuw huishield onder het vee. Het gaat om jonge of jong volwassen runderen. Aardig detail is dat de hoeven er steevast afgekapt zijn- waarschijnlijk werden die verkocht aan de naastgelegen lijmerij, die het als grondstof gebruikte. De paarden zijn gemiddeld ouder. Ze zijn óf letterlijk door hun hoeven gezakt van ouderdom, óf ze kunnen gestorven zijn aan bijvoorbeeld kwade droes, een ziekte die in de 18e eeuw nog regelmatig voorkwam. Bij één van de paarden is de wervelkolom compleet vergroeid, waarbij de wervels als het ware één lang bot vormen. Dit is een teken van zeer zware overbelasting, waarbij men kan denken aan een rosmolenpaard, dat tijdens zijn leven niets anders deed dan steeds hetzelfde rondje lopen om molenstenen in beweging te houden. Bij geen van de dieren, zowel runderen als paarden, is een ingeslagen schedel te zien. Een enkel dier is ook helemaal verbrand - dit moeten de echt besmettelijke dieren zijn geweest. KOLENSTRAAT 8, ZUTPHEN Vanwege het voornemen van de eigenaar van Kolenstraat 8 om zijn kelder te gebruiken als werkruimte met vloerverwarming is een vergunning aangevraagd vanwege de zeer hoge archeologische waarde van de bodem onder de keldervloer. Dit leidde tot archeologisch onderzoek. Bij dat onderzoek kon worden vastgesteld dat het perceel Kolenstraat 8 zich op de zuidhelling bevindt van een hoge rivierduintop onder de Houtmarkt en Groenmarkt. De locatie lag tevens achter de voormalige omwalling van de ringwalburg uit de 9e eeuw. Alhoewel slechts de bovenste 30 cm is onderzocht, zijn er ook aanwijzingen voor vroege bewoning ter plaatse. Een laat-Romeinse randscherf van een kan met oor wijst op bewoning in de 4e of 5e eeuw en scherven van Pingsdorfaardewerk uit de tijd tussen 900 en 1200 toen de ringwalburg nog functioneerde. In de 13e eeuw is het terrein opgehoogd en in de tweede helft van die eeuw zijn er sporen gevonden die wijzen op een houten gebouw met een bakstenen haard. Kort na 1300 werd een bakstenen huis gebouwd met een binnenmaat van 5,4 x 4 meter, opgetrokken in kloostermoppen in Vlaams verband. Het is onduidelijk of deze muren horen bij een oorspronkelijke kelder onder het huis, of dat het de funderingen zijn van een niet-onderkelderd huis. In elk geval werd de huidige

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2020 | | pagina 59