y//////////A uui&MÉÉÉj\ nu minui mnuti i in oa hi mi ntiiiif 0 H 0 H M I M 11 f lllll CaA t 4 HA» ami lil/, ARCHEOLOGIE en verder is er wat kogelpot en Pingsdorfaardewerk (ca. 1050-1130) gevonden. Deze droge greppels lopen met het natuurlijke reliëf mee en gaven waarschijnlijk de grens tussen akkerland (hoog) en weiland (laag) aan, iets dat we vaak tegenkomen bij middeleeuwse erven. Één greppel staat daar haaks op en zal voor ontwatering zijn gebruikt. Middeleeuwse boerderijen zelf liggen vaak niet op de hoge koppen, maar juist op de grens van hoog naar laag land. De fasering geeft aan dat het Hoge West in deze periode in ieder geval continu in gebruik is geweest. Verder werden twee greppels uit latere perioden aangetroffen. De ene lijkt in de 17e eeuw kortstondig in gebruik te zijn geweest. De andere greppel dateert vermoedelijk uit de 14e eeuw, en is op kaartmateriaal van de 16e tot 20e eeuw eveneens nog goed te volgen. Het is de grens tussen land met de naam Hoge West en de Laermansheuvel. Die laatste naam is vreemd omdat hier geen heuvel was, maar een flank van het Hoge West. Waarschijnlijk sloegen beide namen oorspronkelijk dan ook op dezelfde hoogte. De naam Laerman komen we rond 1400 als pachter tegen in de buurschap Wesse. De opgraving heeft ook nog een loopgraaf uit 1945 opgeleverd. Dit is een Duitse loopgraaf die deel uitmaakte van een uitgebreid netwerk van verdedigingswerken dat om de stad heen lag. Het vóórkomen van zowel ontstekingen als doppen van brisantgranaten van Britse makelij doet vermoeden dat de stelling eerst door de Britten is beschoten, is ingenomen, en dat men van daaruit zelf beschietingen heeft uitgevoerd richting de stad, waarheen de Duitsers zich hadden teruggetrokken. Van de losse vondsten op het terrein spreekt een Deense munt wellicht het meest tot de verbeelding. Dit is een munt van Christoffer II uit 1320-1332, geslagen in Lund. Ook opvallend is een aantal Art Nouveau-sieraden en een medaille "voor Krijgsverrigtingen" uit dezelfde periode. HUIZE ST. ELISABETH, ZUTPHEN Uit historisch onderzoek is gebleken dat er in het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied leerlooierijen hebben gelegen, die in elk geval vanaf het begin van de 16e eeuw tot het einde van de 19e eeuw hebben gefunctioneerd. De aangetroffen sporen, structuren en vondsten sloten hier goed op aan. Er zijn funderingsresten van een gebouw aangetroffen, die in de late middeleeuwen worden gedateerd op basis van de metselwijze en baksteenmaten. Binnen het gebouw 4 4<3<3<0<1<1 <M niinn» 4 <4 <J 8 jMill Hl i 11111nu o t aafi otium umum hunt. d h n ut mui/// UUUIiHIIUU// to miiiunu// mi mi mm/// //o» /W» s i it nat, /I/I SI /tAAé/i Potbekerscherf. Zilveren Art Nouveau-sieraden: een oorbel in de vorm van een klimopblad met ingezette opaal en een broche in de vorm van een cyclaam. 1 Flesje kaliumpermanganaat, waarschijnlijk gebruikt als anticonceptiemiddel. 56

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2020 | | pagina 56