WHUtmmi
NAAMPLAATJES
In 1943 zijn twintig joodse
patiënten afgevoerd naar het
concentratiekamp Sobibor. Dankzij
het onderzoek van John Stienen
zijn hun namen na 75 jaar eindelijk
achterhaald. Deze twintig namen
worden vermeld op een bord met
twintig naamplaatjes. Dankzij het
Comité herdenkingen Warnsveld
wordt dit bord geplaatst op de oude
poort van het Oude en Nieuwe
Gasthuis op het terrein van GGNet.
Een medewerker maakt schoon op de slaapzaal met noodbedden (Foto: fotocollectie Santpoort)
in Zutphen op 28 september 1944
werd getroffen door het zoveelste
bombardement - er viel één dode -
werden alle patiënten in Warnsveld
ondergebracht. In totaal waren
toen 1250 patiënten gehuisvest in
het Groot Graffel, terwijl daar maar
500 bedden stonden. 'Het was
vreselijk. Overal werden matrassen
op de grond gelegd, in de hal, de
theaterzaal, de recreatieruimte,
het atelier', vertelt Stienen. 'Er was
geen brandstof meer en iedereen
zat in de kou.' Afdelingsarts Marius
ten Raa, afkomstig uit Castricum,
schreef in zijn dagboek: '3 oktober.
Toenemende koude. Daarom zijn
vele oude en weinig actieve patiënten
vroeg naar bed (om 6 uur), de
verwarming zal deze winter geheel
uitblijven.' En op 28 oktober: 'Geen
verwarming en geen stroom.'
HONGER IN DE LAATSTE
MAANDEN
In de laatste maanden van 1944
werd Nederland getroffen door de
Hongerwinter die ervoor zorgde
dat de tekorten aan voedsel steeds
nijpender werden. Het dagboek van
dr. Ten Raa: '30 okt. Schaarste aan
levensmiddelen zal weldra voeren tot
het ophouden van de verstrekking
van pap en van vetvoorziening. Dit zal
gelijk staan met de hongersnood...
2 jan. De pap wordt merkbaar
dunner en het broodrantsoen wordt
eveneens verminderd. 27 maart.
Een zeer ernstige slag treft onze
voeding: door het niet-rijden van
de melkrijders wegens luchtgevaar
komt er geen melk meer: dus geen
pap, geen melk. Vrijwel alle eiwit en
vet gaan uit de voeding ontbreken.
19 febr. het eerste geval van
hongeroedeem hier'.
Op 25 januari 1945 constateerde
dokter Ten Raa dat vooral veel
mannelijke patiënten er zichtbaar
slechter gingen uitzien en op
5 februari meldde hij ernstige
streptokokken huidinfecties. Ook
andere gevaarlijke en besmette
ziekten breidden zich uit: difterie,
tyfus, tbc en diarree. Na de bevrijding
werd een wrede optelsom gemaakt:
in totaal overleden 847 patiënten in
de klinieken in Zutphen en Warnsveld
door ouderdom, zwakte, honger,
verwaarlozing, epidemieën of
vervolging. Van hen waren er 181 uit
het kustgebied geëvacueerd. Van
de 48 Joodse patiënten die tussen
januari 1940 en april 1943 stonden
ingeschreven, waren er nog zeven
in leven in 1945. Het sterftecijfer in
Zutphen en Warnsveld lag tussen
1940 en 1945 twee keer hoger dan in
de laatste zes jaar voor de oorlog.
En hoe liep het af met de vrouw
waarmee dit verhaal begon: Sijke
van Dokkum, de overgrootmoeder
van John Stienen? Zij overleed op 7
augustus 1944 aan hartfalen in het
'binnengesticht' in Zutphen. Ze was
die week 56 jaar geworden en ligt
begraven op de Oude Begraafplaats
aan de Warnsveldseweg in
Zutphen.