Het Oude en Nieuwe Gasthuis in 1945 met oorlogsschade aan de zijvleugel
van het hoofdgebouw. De was wordt gedaan (zonder zeep) bij de pomp.
opnam met Henk Mulder, een
voormalige medewerker van Groot
Graffel. 'Hij is de grootste kenner van
de geschiedenis van Groot Graffel.'
Een andere belangrijke bron van
informatie was Cecile aan de Stegge,
die jarenlang onderzoek deed naar
het lot van psychiatrische patiënten
tijdens de oorlog. Een lastige
bijkomstigheid voor Stienen was
dat alle medische dossiers van de
patiënten in Zutphen en Warnsveld
een paar jaar geleden zijn vernietigd.
Hij liet zich echter niet ontmoedigen
en speurde op zijn vrije avonden en in
de weekenden onvermoeibaar door.
ERBARMELIJKE
OMSTANDIGHEDEN
Uit de archieven die Stienen in
het Erfgoedcentrum en in het
Nationaal Archief vond, bleek dat de
omstandigheden op beide locaties
van de instelling gedurende de
oorlogsjaren erbarmelijk waren.
Tijdens een inspectie in 1941 was al
gerapporteerd dat er sprake was van
'19e -eeuwse toestanden'. De dertig
vrouwen waren de eerste patiënten
die in 1941 vanuit het westen van
het land werden geëvacueerd
naar Zutphen en Warnsveld. Die
evacuatie was een gevolg van het
besluit van de Duitse bezetter dat
alle psychiatrische klinieken langs
de kust ontruimd moesten worden
om plaats te maken voor een
verdedigingslinie - de Atlantikwall.
De eerste evacuees waren patiënten
van de zwaarste categorie en dat
bleek al snel een te grote belasting
voor de verpleging van Groot Graffel.
Daarom werd de groep gesplitst
en werden vijftien patiënten, onder
wie de overgrootmoeder van
Stienen, overgebracht naar het
'binnengesticht' in Zutphen.
ZESHONDERD EVACUEES
Ondertussen gingen de evacuaties
door. Tijdens de eerste drie
oorlogsjaren werden circa
zeshonderd evacuees uit de
kustgebieden ondergebracht in de
klinieken in Zutphen en Warnsveld.
In de patiëntenadministratie van
het Oude en Nieuwe Gasthuis in
het Erfgoedcentrum vond Stienen
gegevens van overleden patiënten:
de namen, datum van opname,
hun beroep voordat zij werden
opgenomen, etcetera. 'Honderden.
Ik werd er niet vrolijk van', vertelt hij.
Stienen mocht het archiefmateriaal
wel bekijken, maar niet kopiëren,
dus zat er niets anders op dan alle
belangrijke gegevens over te typen
op zijn laptop. Echt monnikenwerk,
hij bracht veel vrije tijd door in de
Zutphense archieven. Inmiddels is
hij bezig met het uitwerken van de
doodsoorzaken van de patiënten en
verwacht hij zijn onderzoek binnen
enkele maanden af te ronden en
vervolgens te publiceren.
42