DAGBOEKEN VAN JOHANNA
DOUMA-VAN WISSE KLEUREN WOII
ZO WERD DE OORLOG BELEEFD
Nu, 75 jaar na de bevrijding, worden niet alleen steeds meer bronnen in de archieven
openbaar, ook worden er steeds vaker bronnen aan archieven overgedragen die nieuw licht
werpen op deze zwarte periode uit de Nederlandse geschiedenis. Zo werden in 2019 zeven
dagboeken van Johanna Douma-van Wisse (1918-2004) door het Stedelijk Museum Zutphen
overgedragen aan het Regionaal Archief Zutphen (RAZ). Dergelijke dagboeken vormen een
bijzonder waardevolle bron over de gebeurtenissen in de periode '40-'45.
TEKST RON ELSINGA EN MIRJAM VAN VELZEN
BEELD ERFGOEDCENTRUM ZUTPHEN
Enkele pagina's uit de
dagboeken van Johanna
Douma-van Wisse
Dagboeken zijn zogenaamde
egodocumenten, een categorie
bronnen van zeer persoonlijke
aard, waartoe ook memoires en
autobiografieën gerekend kunnen
worden. Het woord egodocument
komt uit de koker van historicus
Jacob Presser, die in de jaren
vijftig van de twintigste eeuw als
een van de eerste historici het
belang van deze documenten voor
de geschiedwetenschap inzag.
Egodocumenten zijn volgens hem
teksten waarin de 'ik', de schrijver,
schrijvend en beschrijvend steeds in
de tekst 'aanwezig' is. Objectief zijn
deze bronnen dus niet en daarom zijn
ze jarenlang terzijde geschoven. Want
vertelt zo'n subjectieve bron wel de
waarheid? Tegenwoordig wordt daar
gelukkig anders over gedacht. Niet
Veel auteurs van dagboeken en
memoires geven duidelijk aan
alleen feiten zijn van belang, maar
ook de manier waarop mensen uit het
verleden hun tijd beleefden!
MEER DAGBOEKEN IN
OORLOGSTIJD
waarom ze hun belevenissen
en gedachten op schrift stellen.
Sommigen schrijven alleen voor
zichzelf, als een geheugensteun
als het ware. Anderen benoemen
specifiek dat zij hun memoires
schrijven voor hun nageslacht,
en maar liefst één vijfde van alle
geïnventariseerde Nederlandse
egodocumenten tot 1814 heeft een
religieus motief. Onderzoek heeft
bovendien aangetoond dat ten tijde
van politieke crises en oorlog het
25