ERFGOED
eeuw de moderne natiestaat nog niet bestond en steden
en regio's veel autonomer waren dan tegenwoordig.
Santing: 'Een stad als Zutphen moest daarom haar eigen
zaken regelen en voor zichzelf opkomen in het regionale
en internationale krachtenveld. Als het om de handel ging,
deed Zutphen dat dus met veel succes via de Hanze.'
'In de Hanze', legt Santing uit, 'werkten de steden en
kooplieden uit een groot aantal steden samen om hun
handel (goedschiks of kwaadschiks) te beschermen.
Op het hoogtepunt telde de handelsassociatie zo'n
tweehonderd steden als lid. Hoewel de Hanze al in de
twaalfde eeuw werd opgericht, waren de bloei-jaren
vooral in de veertiende en vijftiende eeuw. Niet voor niets
wordt gezegd dat Zutphen, twee eeuwen voor de echte
Gouden Eeuw, al in de veertiende eeuw een gouden eeuw
beleefde.'
BOURGONDISCHE AANVAL
Als graafschap en belangrijke vestingstad in het
hertogdom Gelre moest Zutphen uiteraard ook militair
en politiek zijn eigen boontjes doppen. Als bescherming
tegen ongewenste militaire en politieke bemoeizucht
(en hebzucht) had Zutphen al na de vroege invallen van
de Vikingen in de negende eeuw beschermingswallen
en grachten aangelegd. Die werden in de loop der jaren
verder versterkt en verbeterd omdat de dreiging van
buiten ook steeds sterker werd. Vanaf de tweede helft
van de vijftiende eeuw kwam het gevaar vooral van de
Bourgondische vorsten die Gelre en Zutphen aan hun
steeds uitdijende rijk wilden toevoegen. Sinds 1465 was
vrijwel het gehele grondgebied van wat nu Nederland,
België, Luxemburg is en een groot deel van Frankrijk al in
handen van de Bourgondische koning Filips de Goede en
later Karel de Stoute. Het werd hoog tijd dat Gelre daar
aan werd toegevoegd, vonden de Bourgondiërs.
VIER METER DIKKE MUREN
Toen in de tweede helft van de vijftiende eeuw de
Bourgondische landhonger steeds dreigender werd,
besloot het Zutphense stadsbestuur zich daar extra tegen
te wapenen. Besloten werd om aan de oever van de IJssel
een zware verdedigingstoren te bouwen. Die kreeg al snel
de toepasselijke naam Bourgonjetoren. De toren, die op
de plek kwam van de voor dat doel gesloopte Veerpoort,
zou Zutphen en daarmee het graafschap Gelre voldoende
beschermen tegen de oprukkende Bourgondische legers,
hoopte men. Binnen een jaar stond het indrukwekkende
bouwwerk er. Geen eenvoudige zaak als wordt bedacht
dat alleen al voor de fundering honderden palen in de
drassige grond moesten worden geheid en dat voor de