COLUMN
Zutphensche Broodfabriek.
MATHIJS TEN BROEKE
De enquête omtrent Uet bakkersbedrijf
te Zuipbeu.
DE BAKKERIJSLAVEN EN HET BROODCAFE
Onze correspondent schrijft:
Ongeveer een lialf jaar geleden maakten wij
melding van het na veel moeilijkheden einde
lijk tot stand komen van eene enquête-commissie
naar vaktoestanden te Zutplien.
Thans is de eerste vrucht van den arbeid dezer
commissie verschenen en wel in een rapport om
trent het bakkersbedrijf.
k
De arbeidersduur is dooreengenomen
per etmaal. De eerste 5 werkdagen wordt ge
middeld 13| uur gearbeid, den 6den werkdag
gemiddeld 16,soms 22^ uur. Men komt tot een
werktijd van 86 tot 92 uur per week. Het werk
vangt aan 's nachts, half een, half twee, twee
uur, hij enkelen om vier uurin de fabriek en
in de coöperatieve bakkerij is het aanvangsuur
veel vroeger en valt in den voor- of na-avond.
Bij de particuliere hakkers wordt doorgewerkt
tot 2£, 3, 4 uur 's uam.ddags, gemiddeld half
vierop de fabriek en do coöp. bakkerij tot
zeven uur 's morgens of ongeveer twaalf urn
's middags.
v .wml r
Op den Zondag wordt, behoudens een enkele
uitzondering, niet gearbeid, doch op de fabriek
j begint men weer in den vooravond, daai; hier
het aanvangsuur vroeger is dan eldersbij de
coöperatieve bakkerii wordt weer in den na-
avond, in de particuliere bakkerijen 's nachts
begonnen. In d© broodfabriek hebben de gezellen
eens in de zes weken een vrijen dag, loopende
van Zaterdag 4 uur tot Maandag 6 uur, beide
's middags, bovendien in den zomer öesverlangd
een verlof van 4 tot 6 dagen, met behoud van
loon. Ook in onkelo particuliere bakkerijen zijn
dergelijke verloven gebruikelijk.
Het loon van de bakkersgezellen is laag. Bijna
allen zijn inwonend en verdienen behalve kost,
inwoning en bewasscbing óver het algemeen op
14-jarigen leeftijd 80, om gaandeweg verhoo
ging te ontvangen tot een maximum van f 100
of f 105 als zij volwassen zijn.
Boven: (Fragmenten uit het krantenartikel
over werkomstandigheden van de
broodarbeiders - Algemeen Handelsblad
d.d. 9juni 1903. Bron: www.delpher.nl
MATHIJS TEN BROEKE IS WETHOUDER
CULTUUR ERFGOED. HIJ IS GEBOREN
EN GETOGEN IN HET ZUTPHENSE
WATERKWARTIER EN STUDEERDE
JOURNALISTIEK AAN HOGESCHOOL
WINDESHEIM.
Het aantal warme bakkers in Zutphen is nu bijna op een hand te tellen, maar
rond 1900 kwam je handen te kort. Maar liefst 54 bakkerijen bakten toen het
brood voor de Zutphense bevolking. En toen nog waren dat minder dan 20.000
mensen. Van al die verdwenen bakkerijen zijn er twee die mij niet onberoerd
laten.
De eerste stond aan de Weg naar Laren 39. Het is de bakkerij die mijn opa
en oma tot aan hun pensioen bestierden. Een groot rijtjeshuis met aan de
voorkant de winkel, daarboven de woning en aan de achterkant de bakkerij.
De plek waar mijn vader opgroeide. in een straat vol met middenstanders.
Iedere nacht met het deeg in de weer en de ovens opstoken. om het overdag
in de winkel te verkopen en met de bakfiets aan huis te bezorgen. De winkel
en bakkerij zijn verdwenen. maar als woning is het pand nog helemaal intact.
Onderweg naar de supermarkt fiets ik er altijd langs.
Mijn opa was een van die vele 'particuliere' bakkers die opboksten tegen
de grote jongens zoals de Coöperatieve Bakkerij en de Zutphensche
Broodfabriek. En die laatste pronkt vandaag de dag nog als een van de
weinige historische fabriekspanden in Noorderhaven. te midden van alle
nieuwbouw. Om een andere reden laat deze bakkerij me niet onberoerd.
Op iets grotere schaal werd ook hier vooral 's nachts gezwoegd door de
broodarbeiders. Hoe dat er aan toe ging is in 1903 onderzocht door een
commissie. het Algemeen Handelsblad schreef erover (zie boven).
Het rapport krijgt landelijke aandacht. vanwege de barre omstandigheden van
de broodarbeiders. die aan het licht komen. In de volksmond worden ze ook
wel 'bakkerijslaven' genoemd. De commissie concludeert: "Zulke toestanden
schreien ten hemel en tarten het menschwaardig bestaan. Zij vermeerderen de
ontevredenheid en kweeken daardoor onwillekeurig het socialisme."
Vele jaren later is de bakkerij gesloten. maar het pand gelukkig behouden. Het
personeel van het huidige Broodcafé dat in het pand gevestigd is zal niets
meer herkennen van de arbeidsomstandigheden van toen. Net zo min als dat
de 'bakkerijslaven' van toen niets zouden herkennen van de broodsoorten
Desem-Speltzonnebloempit en Spelt-Notenrozijnen die er nu verkocht worden.
42