BINNENKIJKEN
TEKST BRIGIET BLUIMINCK
FOTOGRAFIE JOS BÖHMER
De restauratie van het
Broederenklooster is er een van
meevallers en tegenvallers.
Misschien wel de mooiste meevaller:
in het klooster bevindt zich nog de
oorspronkelijke grafelijke zaal. Dat
blijkt uit bouwhistorisch onderzoek
dat De Lange liet uitvoeren door
het vooraanstaande bureau MAB
uit Nijmegen. Het bevestigt ook het
vermoeden dat stadsarcheoloog
Michel Groothedde al had. 'Mooi
toch?', aldus de nieuwe eigenaar van
het klooster.
De graaf van Gelderland, Graaf
Reinald I, bouwde in de dertiende
eeuw een grafelijke zaal in Zutphen.
Deze zaal is vergelijkbaar met de
oudste zaal van het Binnenhof,
gelegen achter de Ridderzaal, de
zogenaamde Rolzaal. Daarna begon
Reinald aan een nieuwe grafelijke
zaal, die sterk leek op de Ridderzaal
die zijn neef Floris V, graaf van
Holland, aan het bouwen was in Den
Haag. De Ridderzaal van Reinald
I kwam in tegenstelling tot de
Ridderzaal in Den Haag helaas nooit
af. Reinald werd gevangen genomen
tijdens de slag bij Woeringen en
moest vrijgekocht worden. Dat
kostte zoveel geld dat Reinald blut
raakte. Daarmee viel zijn droom om
een grote grafelijke zaal in Zutphen
te bouwen in duigen. En in 1293
schonk zijn vrouw, Margaretha
van Dampierre, de 'Rolzaal' én het
omliggende terrein aan de monniken.
De monniken verbouwden de niet
afgemaakte Ridderzaal vervolgens tot
kloosterkerk, die we nu kennen als de
Broederenkerk.
OORSPRONKELIJKE STAAT?
In het Broederenklooster is die
15