De houten trap ligt er tijdelijk uit. Het
gezelschap gaat de diepte in via een
ladder: voorzitter Nel Viersen van het
Wijnhuisfonds (eigenaar/verhuurder
van Dat Bolwerck en bijbehorend
koetshuis), smid Peter Vree, architect
Silvester van Veldhoven. 'De vloer is
helemaal vervangen, hij was slecht
en ongelijkmatig,' vertelt de architect.
'Hij is opnieuw aangelegd en dan
iets lager. Nu kun je makkelijker
onder zo'n tunnelgewelf door.' Aan
beide uiteinden is een hekwerk te
zien, vervaardigd door Peter Vree.
Nel Viersen bewondert de eenvoud
van de 'hekjes'. 'Je kunt als smid
inderdaad de neiging hebben om er
leuke krulletjes aan te maken,' lacht
Vree.
Het ene hek trekt de aandacht
naar een beerput die bij de
werkzaamheden werd ontdekt, het
andere naar een waterput. Viersen:
'We zijn Vincent erkentelijk dat hij als
huurder voor publiekstoegankelijkheid
heeft gekozen. We hebben besloten
een extra investering te doen om
ervoor te zorgen dat je het verleden
van het gebouw echt kunt zien.
Om het verhaal erbij te kunnen
vertellen en levend te houden. Het
past ook goed bij de nieuwste
ideeën over erfgoededucatie.' Ze
ziet het al helemaal voor zich hoe
schoolkinderen hier straks letterlijk
in de roemruchte geschiedenis van
Zutphen afdalen.
In de loop der jaren is er van alles
aan afgebroken en aangebouwd,
in overeenstemming met de steeds
wijzigende functies die het koetshuis
had. 'Balken lagen gewoon op
kozijnen. Een wonder dat het allemaal
is blijven staan,' zegt Van Veldhoven.
Tot de gebruikers van de kelder in
de vorige eeuw behoorden onder
meer de marechaussee en, daarna,
schietvereniging Dat Bolwerck.
Schietbaan, schuttersputje en
bar waren nog aanwezig als het
geheimzinnige decor van een
spionagefilm.
Maar ze zijn bij de verbouwing
verwijderd. 'Je kunt niet al het
verleden behouden,' zegt Van
Veldhoven. 'De beerput en de
waterput getuigen echt van de
diepere historie van deze plek.'
KLIKO VAN WELEER
Toen de werkzaamheden begonnen,
had niemand gerekend op
archeologische vondsten van belang.
Zodra de beide putten opdoemden,
werd alsnog de gemeentelijke
afdeling archeologie ingeschakeld.
Niet met de bedoeling een
diepgravend onderzoek te doen (dat
zou veel te tijdrovend en kostbaar
zijn), maar om een oordeel te geven
over de archeologische betekenis.
Stadsarcheoloog Michel Groothedde:
'De beerput is van rond 1700.
Beerputten zijn een soort kliko's
van weleer. Deze fungeerde als
latrine voor het grote pand toen het
achttiende-eeuwse koetshuis er
nog niet stond. Al eerder vonden we
latrines aan de achterzijde van Dat
Bolwerck, die zitten nog steeds onder
grond. Precies erboven bevinden zich
tegenwoordig de toiletten...'
KOEPELGEWELF
'De waterput is waarschijnlijk
zestiende-eeuws', aldus Groothedde.
'In elk geval van na 1549, tot die tijd
lag hier de gracht bij de dwangburcht
van waaruit graaf Karel van Egmond
zich tegen de stad had gekeerd. Dat
Bolwerck is op de plek van die burcht
gebouwd.' De put werd bij de bouw
van het koetshuis niet gedempt: 'Wel
Dat Bolwerck met geheel rechts een deel van het
koetshuis waar de putten gevonden zijn
werd hij afgetopt tot kelderniveau.
Er kwam een koepelgewelfje op en
daarop werd een loden pijp geplaatst.
Door die pijp kon je water oppompen.
Het zal onder meer voor de paarden
in het koetshuis zijn bedoeld.'
Peppelenbosch en Viersen zien
wel wat in het plaatsen van een
informatiebord bij het nu weer
zichtbare gewelfje, mogelijk met
een tekening erop van hoe de
pompconstructie eruit zag.
Wat er in de beerput zit, blijft
voorlopig in nevelen gehuld. Maar
wat er in zou kunnen zitten, wordt
tentoongesteld. Groothedde: 'Er
komt een betonnen deksel op, met
een bruin kleurtje. Daarin brengen
we botjes en scherfjes aan, losse
vondsten uit de zeventiende eeuw,
die we bewaren in wat je onze
educatieve grabbelton kunt noemen.'
De kelder wordt straks het domein
van videokunstenaars, vertelt
Peppelenbosch. Die kunnen zich
laten inspireren door het verre en
soms duistere verleden.
61