ARCHEOLOGIE
Dat er gewoond en geleefd werd op het terrein wordt
onder meer duidelijk aan de hand van het aardewerk- en
glasspectrum. Dit spectrum is behoorlijk omvangrijk en
omvat al de standaardvormen van een gewoon huishouden
uit die tijd, zoals kookpotten, borden, koffiekopjes, testen,
vergieten, komforen, drinkglazen en wijnflessen. Een
glazen eau de toilette-flesje bevatte lijnwater, naar lavendel
geurend parfum om het linnengoed lekker te laten ruiken.
Dit kan in de privésfeer zijn gebeurd, maar er kan ook een
relatie zijn met de bleek die eveneens binnen de wallen
van de lunet lag. Onder de metalen voorwerpen vinden we
twee loden: een accijnslood en een lood met het woord
"lymsel". Omdat dit lood een wapen met de Nederlandse
leeuw draagt, hebben we een aanwijzing dat de Lijmerij
ook na 1815 nog functioneerde.
In het onderste vlak werd ook een houten bak van palen en
planken aangetroffen. Uit een beschrijving uit 1771 weten
we dat in deze bakken leerresten van de leerlooierij werden
opgeslagen die gebruikt werden voor de lijmproductie.
Omdat leerresten verder weinig kans maken om terug te
worden gevonden, geeft deze bak nieuwe informatie over
het geproduceerde soort lijm.
Naast de bak werd een hoop gebluste kalk gevonden.
Ongebluste kalk werd toegepast om de huiden te
ontvetten, de kalkhoop is het afvalproduct daarvan.
Ook werd een dubbele rij palen met een behoorlijke
afstand ertussen gevonden. De locatie van deze
structuur overlapt met de baksteenstrook erboven.
Deze baksteenstrook valt samen met de waterlijn van
de vestingwal uit 1863. Waarschijnlijk waren er planken
aan de palen bevestigd die het waltalud tegen spatwater
moesten beschermen. Het is zeer waarschijnlijk dat het
gebruikte hout afkomstig was van het gebouw van de
Lijmerij.
GRAAF OTTOBAD
Na de sloop van het oude zwembad aan de
Keucheniusstraat zou het terrein bouwrijp gemaakt
worden. Wanneer eerst een booronderzoek zou
zijn uitgevoerd, zou de site zonder twijfel direct niet
geselecteerd zijn als vindplaats, omdat de grond tot in
de schone grond geroerd was en op een zeer groot deel
zelfs tot érg diep (zwembadbassins). Tussen en onder
alle verstoringen bleek echter een goed geconserveerd
ijzertijd-erf bewaard te zijn.
Afbeelding van een 18e-eeuwse lijmerij uit Duhamel du Monceau
(1771). De houten bak die werd aangetroffen in de opgraving is van
het type dat ook hier wordt afgebeeld.
Drinkkan uit de 18e eeuw van Westerwalds steengoed uit de leeflaag
van de Lijmerij.
49