1
INTERVIEW
IecTorl saLuTe 7vC
2UTPHSHS STADSÜED
Sulmii lift retht.md mil dc hariifclSWd VfW Cultuur, spert, iitdenvus.&ad vartlvftuuKftiml Iftvtvtvys.
- - - - - - -
V^Tdc twee <n twintigste september van Her jaar OnacsHnrn
wgentienKondettl ecu en tachtig i* cbc.Angclustorni opnieuw geplaatst-
(Ttormedc heef de restauratie van Het uitwendige vun deze kerk-
Wrfonmn na deTwccdc Wereldoorlog her hoogste punrbcreiltf-
mRyk* Provincie ai ^ernan!* die-in nauwe samenwerking
met de Kijbdiensr voordelWomintenkiwoijj deze restauratie
Hebben mogelijk gemaakt-
0e Uidiiuj berustte bij HctArdiiicctcnbureiu
JdeincimnAfos-tenBrDcke teVeljJ-
Tiet werk werd uitgevoerd doordcAaiincmeiscombinatie
jiulsH^oAVoudetiberg te ZutpHov
De feitelijke herplaatsing is medeverricHr
door de plvHcvfddircaeiir van dcRijksdiei 1st voor de Wionuii kti terizoig
"Jonkheer Ingcnieur^^t van Nispen tot Scvetucr
Namens dcKcrkvooody der Hervormde (Jci
1: Gebedenboek van Maria van Gelre 2: Het Zutphens stadslied 3: Maria van Gelre met haar gebedenboek 4: Ooorkonde die verwerkt is in het Angelustorentje op de
HOE WORDT IEMAND KALLIGRAAF?
'In mijn geval begon het thuis door mijn vader. Hij had een
boerderij, maar kon prachtig schrijven. Als hij dat deed,
maakte hij zijn hele bureau leeg waardoor het een heel
voornaam moment werd. Dat is me altijd bijgebleven.
Eenmaal op school bleek ik het ook goed te kunnen,
het mooi schrijven. Na diverse opleidingen heb ik me
toegelegd op kalligrafie en heraldiek door zelf mensen op
te zoeken die mij het ambacht konden leren. Ik ben onder
meer in Engeland geweest, waar ik les heb gehad van
vooraanstaande docenten.'
EN OPEENS WAS KALLIGRAFEREN
HELEMAAL HIP?
'Ja. Ik heb van 1980 tot 2000 zo'n twintig jaar lang iedere
dag les gegeven. En net zo snel als de hype kwam, zo snel
ging hij ook weer. Maar ondertussen had ik wel voldoende
opdrachtgevers, zodat ik kon blijven kalligraferen.'
IS HET EEN UITSTERVEND BEROEP?
'Ik schat dat er op dit moment enkele honderden kalligrafen
zijn in Nederland. En iedereen die mooi schrijft, bijvoorbeeld
in een poëziealbum, is eigenlijk óók kalligraaf. Ik weet niet
of de jeugd er nog mee bezig is. Ik heb de indruk dat er in
ieder geval op scholen minder aandacht is voor schrijven.'
WAT MAAKT U ZOAL?
'Dat is heel divers. In Zutphen kalligrafeer ik veel oorkondes
voor de gemeente, de kerken en allerlei verenigingen.
Zo doe ik al jaren de Paltsprijs, een stimuleringsprijs van
het Wijnhuisfonds voor particulieren en bedrijven die hun
pand of locatie op cultuurhistorisch verantwoorde wijze
opknappen. Maar ik werk ook veel buiten Zutphen. Onder
meer voor de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht,
een aantal ridderschappen en de Hoge Raad van de Adel
waarvoor ik wapens bijteken in boeken of adelsdiploma's
maak als iemand wordt ingelijfd in de adelstand. Al
gebeurt dat nog maar zelden. En in Museum Het Valkhof in
Nijmegen is nog tot 6 januari de tentoonstelling 'Ik, Maria
van Gelre' te zien. Daar staat Maria. Haar jurk is helemaal
nagemaakt, net als het gebedenboek dat ze vasthoudt.
Daarvoor heb ik de twee bladzijden beschreven die open
liggen.'
WAAR VINDEN WE UW WERK?
'Veel van wat ik gemaakt heb, is in particulier bezit. En
sommige oorkondes zijn heel goed verstopt. Zo zit in een
58