BEETHOVENS WIEG
'Het oorspronkelijke huis was van binnen vrijwel onzichtbaar, er
was een witte kubus van gemaakt. Wij hebben dat hersteld door te
proberen elke kamer een eigen karakter te geven.'
Hij loopt de eerste kamer in, rechtsaf bij de entree: 'Deze ruimte
en de volgende hebben we ingericht als stijlkamer zoals ze er in de
tijd van Beethoven en Napoleon uitgezien kunnen hebben.' Maud
Arkesteijn: 'Het museum bestaat uit twee aan elkaar geschakelde
panden, het voorste is een herenhuis, daarachter bevindt zich
het middeleeuwse pakhuis. Die geschiedenis is als het ware
teruggehaald. En ook het daglicht is er weer.'
Het meubilair is a&omstig uit (eveneens) twee naast elkaar
gelegen Amsterdamse panden van voorheen museum Geelvinck
- genoemd naar een handelaarsfamilie die rijk werd in de
zeventiende eeuw. 'Het onroerend goed is verkocht, en het
interieur voor een deel hierheen overgebracht.' (Overigens
staat in Amsterdam wel nog het Geelvinck Pianola Museum).
'Dit gedeelte van het complex was het logement, de kroeg', zegt
Spek. 'In het andere gedeelte bevond zich de wijnopslag. Meneer
Haack, de eigenaar, heeft de twee panden met elkaar verbonden.
In het tussenstuk heeft-ie in 1628 boven op de tweede etage een
schuilkapel gebouwd.' De familie Haack was katholiek, dat werd
in de periode na de Reformatie niet op prijs gesteld, vandaar
die kapel die je alleen van binnenuit via een houten spiltrap kon
bereiken - trap en kapel zijn er nog steeds.
Concerten en staldeuren
Eerst nog even verder rondkijken op de begane grond. ,,De piano's
hier zijn onderdeel van het interieur, zo krijg je een idee van de rol
van het instrument in de huizen vroeger', zegt Spek. Arkesteijn:
'Je moet je indenken dat er nog geen concertzalen waren. Die
kwamen pas aan het eind van de negentiende eeuw.' Spek: 'Als je
thuis muziek wilde horen, moest je die dus zelf spelen, op piano
of viool.'
Tegenwoordig kun je voor een concert naar het Geelvinck
Museum in Zutphen. De zaal met de vloer die uit keitjes bestaat,
is belegd met brede planken, terwijl de gipsen achterwand is
verwijderd, waardoor de grote staldeuren en de beide ramen
ernaast weer in beeld zijn gekomen. Er staan stoelen voor het
publiek en er staan, het laat zich raden, historische piano's.
Waaronder een tafelpiano uit 1769. Spek: 'Die kon je onder je arm
meenemen van de huiskamer naar de kamer waar werd gedanst
bijvoorbeeld. Zo kwam de pianomuziek bij nóg meer families naar
binnen. De tafelpiano heeft de democratisering van de muziek
bevorderd.'
Fortepiano
Op naar de eerste verdieping. 'Hier vertellen we iets over de
techniek van het instrument. Van clavichord naar clavecimbel
en piano. De clavichord werkt met metalen plaatjes, maar het
geluid is heel zacht. Je moet als toehoorder je adem zo ongeveer
inhouden. Bij een clavecimbel sla je een toets aan en dan wordt
er aan de snaren getrokken. Het klinkt harder, maar dan ook
wel: altijd precies even hard. De hamertjes van de piano zorgen
ervoor dat je zacht én hard kunt spelen.' Dat geeft de piano een
levensgrote voorsprong op zijn voorgangers.
Maar wat is precies het verschil tussen een fortepiano en een
52 Zutphensepracht.nl
Het 'sprookje' van Beethoven - het verhaal dat Ludwig hier
is geboren - wordt verteld aan de hand van onder meer
krantenartikelen en een kopie van een brief geschreven
door W. Marsdijk in 1836. Hij wees het gemeentebestuur
van Bonn, officieel erkende geboorteplaats, erop dat de
grote componist toch echt in Zutphen het levenslicht had
gezien. Spek: ,,Het gerucht gaat dat Ludwigs vader, een
niet zo talentvolle zanger, met zijn hoogzwangere vrouw
een rondreis maakte door Duitsland en Nederland en
op jaarmarkten heeft opgetreden. In Zutphen hebben ze
gelogeerd en daar zou het kindeke Beethoven ter wereld
zijn gekomen." Het onomstreden deel van Beethovens
biografie wordt in het museum uit de doeken gedaan via
een lange rij LP-hoezen, uiteraard niet uit Beethovens tijd,
maar uit de twintigste eeuw.