JAARVERSLAG ARCHEOLOGIE 2017 LAAN NAAR EME Impressie van het werk in de kelder Opschaven van de boomval in het vlak de aanleg van de laatmiddeleeuwse kelders zijn weggegraven. De eerste steenbouw kwam hier in de 14e eeuw tot stand. Uit die tijd dateren de zijmuren van de kelders. De kruisgewelven en een houten spiltrap links achter in de kelder dateren uit de tijd van de grootschalige verbouwing van 1548. Van de prestedelijke fase werd vooral gehoopt op het aantreffen van een van de twee V-vormige grachten om daarmee meer dateringshouvast te krijgen. Eerdere dateringen kwamen op de 4e eeuw uit en dat kan qua vorm (Romeins beïnvloed) goed kloppen. Maar helaas bleek de kleine kelder precies tussen de twee grachten te liggen. Van een tussenwal is ook niets aangetroffen. Het terrein is in de vroege en volle middeleeuwen vergraven, mogelijk door beakkering. In de bovenste lagen zit vooral 11e- en 12e-eeuws materiaal (Pingsdorf, kogelpot) en in de onderste lagen komen scherven voor uit het midden van de Ijzertijd tot in vroeg Romeinse tijd en uit de vroege middeleeuwen. Als er een wal gelegen heeft, dan is deze deels teruggeworpen in de gracht en de basis is opgenomen in de cultuurlaag. Dit jaar werden de velden van FC Zutphen in gebruik genomen door de Mixed Hockey Club Zutphen. Om de velden te verbeteren werd een drainagesysteem aangebracht onder de mat. Deze ingreep werd archeologisch begeleid: er werden proefsleuven gegraven om te inventariseren of er nog oude resten lagen onder de grasmat. Veel heeft dit niet opgeleverd, op één interessante vondst na. Letterlijk in de laatste meters van de laatste proefsleuf werd een kuil gevonden met daarin kleine vuursteentjes. Deze kuil is zorgvuldig leeggeschept, waarbij behalve 191 stukjes vuursteen ook een door hitte gesprongen stuk kwartsiet, verbrande hazelnootdoppen en houtskoolbrokjes werden verzameld. Wat kunnen we hieruit opmaken? Ten eerste moest de kuil gedateerd worden. Er was gelukkig voldoende houtskool voor een C14-datering. Deze datering kwam uit op 8930 +/- 30 BP, wat na kalibratie neerkomt op 8131-7969 cal BC of, in gewoon Nederlands: op ca. 10.000 jaar geleden. Deze periode staat bekend als het (vroege) Boreaal ofwel het begin van het Holoceen, ofwel het Vroege Mesolithicum. Het Holoceen is de warme periode die volgt op het Pleistoceen, de laatste ijstijd. De kuil waarin de vondsten werden gedaan heeft een globale hoefijzervorm. Deze is het resultaat van een zgn. windworp (archeologen zeggen meestal boomval). Zo'n windworp ontstaat wanneer een grote boom met wortels en al omwaait. Dat levert een grote kuil op met daarnaast een opstaande wand (de gekantelde wortelkluit inclusief aarde). Dergelijke oude windworpen bevatten niet zelden materiaal uit de steentijd. Mensen in het boreaal waren jagers en verzamelaars en hadden een nomadische levensstijl. Met zo'n windworp is heel eenvoudig een bivak te improviseren, en het lijkt erop dat dat precies is wat Selectie van klingetjes Zutphense Pracht 33

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2018 | | pagina 33