JAARVERSLAG ARCHEOLOGIE 2017 HALVEMAANSTRAAT Granieten zadelvormige maalsteen, vers uit de grond Ten noorden van het ven vinden we twee parallelle greppels in twee fasen. Zeer waarschijnlijk gaat het om kavelgreppels uit de Karolingische tijd. Deze vallen qua datering min of meer samen met de ontginning van het terrein, waarbij het regenereerde eikenbos verstookt werd tot houtskool, waarna de grond in gebruik werd genomen als akkerland. Dit weten we aan de hand van vele tientallen houtskoolmeilers die verspreid over de Looërenk zijn aangetroffen en waarvan er vele zijn gedateerd (685-780 cal. na Chr.) en waarvan het houtskool ook botanisch is onderzocht. Pal boven het ven werd ook zo'n houtskoolmeiler aangetroffen. Het houtskool in de kuil is gedateerd op 670-775 cal. na Chr., waarmee hij even oud is als de andere meilerkuilen op de Looërenk. Vanwege het "oud houteffect" kan het zijn dat de productie van het houtskool nog in de 9e eeuw heeft plaatsgevonden. Het vermoeden bestaat dat de exploitatie van het gebied heeft plaatsgevonden vanuit het in de late middeleeuwen adellijke leengoed 't Meijerink. De bovenste veenlaag is 14C-gedateerd tussen 1415 en 1505 cal. v.Chr. (ouderdomsbepaling door koolstof 14-gehalte, cal gecalibreerd), ergens in de midden-bronstijd dus. Ook hier is sprake van elzen/berkenbos en zijn er geen aanwijzingen meer voor open water of oevervegetatie. Deze veenlaag ligt verder over de waterkuil heen. Het pollenspectrum duidt op een meer open landschap dan in de vroege bronstijd, en er is zelfs stuifmeel van gerst of tarwe aangetroffen. Rond het ven zijn weliswaar op archeologische gronden geen duidelijke aanwijzingen voor een erf in de midden-bronstijd gevonden, maar op de Looërenk zijn, net ten noorden van het ven daar, wel enkele fasen van boerderijen uit die tijd aangetroffen. De afstand tussen beide locaties is gering. Het grootste project dat dit jaar werd uitgevoerd was, evenals in 2016, de Halvemaanstraat. Dit jaar werd de zuidelijke helft van het plangebied opgegraven, het jaar daarvoor de noordelijke helft. De Halvemaanstraat vormt het hoogste punt van het stadsdeel Polsbroek. De Polsbroek was een laag liggend, nat gebied (broekland) met zandopduikingen (pollen). Vorig jaar werd op het hoogste deel een klein urnenveldje uit het begin van de late bronstijd opgegraven. Ook dit jaar werden pre- en protohistorische resten opgegraven. Vooralsnog zijn daar weinig concrete structuren uitgefilterd vanwege de hoge verstoringsgraad door latere bebouwing (de uitwerking is nog maar amper gestart). Opvallend was een cluster sporen en aardewerk uit de midden-Romeinse tijd, plus een deel van een Romeins slot. De vroege middeleeuwen hebben nog geen duidelijke sporen opgeleverd, maar wel vondsten, waaronder drie Karolingische fibula's. Pas vanaf de late 13e eeuw hebben we weer duidelijke grondsporen, al is ook daar voorlopig geen duidelijk patroon in herkend. Wellicht zijn deze te relateren aan een muur van kistwerk die in 2016 werd herkend. De 14e-/ vroeg 15e-eeuwse fase is nogal dominant aanwezig. Zo werd een groot gebouw aangetroffen van ca. 19 bij 9 meter. De ingang Wikkeldraadpot (Vroege bronstijd) Deel van een Romeins slot Zutphense Pracht 29

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2018 | | pagina 29