Met pincet en vergrootglas verliest hij zich urenlang. Uiterst geduldig, met oog voor detail en respect voor
de geschiedenis, bouwt Constant Willems al vele jaren waarheidsgetrouwe maquettes. Dat deed hij al voor
bijvoorbeeld het Nationaal Museum Soesterberg, 's Heerenberg, Muiderslot en Musea Zutphen en nu werkt hij
aan een wel heel bijzonder project: een maquette van de stad Zutphen in 1485, schaal 1 op 500. Drieduizend
uur verwacht hij er voor nodig te hebben.
Omvangrijk
Onderzoek
Blikken toren
Constant Willems bouwt maquette
van Zutphen
Zutphen in 1485. In deze Hanzetijd floreerde de stad en in dit
jaar bouwde Zutphen de eerste brug over de IJssel. Hiermee kon
Zutphen de rivierhandel, die steeds moeilijker werd, vervangen
door landhandel. Was de stad tot dit jaar nog vooral gericht op
de handel via de rivier en de hanzevaart naar Noord-Europa, na
1485 zette de stad in op de handel over land en jaarmarkten. Uit
diezelfde tijd stammen ook de kerkuitbreidingen, de torenspits
op de Walburgistoren, de Drogenapstoren, de Bourgonjetoren en
het stadhuis.
Constant Willems uit Zutphen, een bouwkundige die met
vervroegd pensioen is, begon in december aan zijn opdracht
van de gemeente Zutphen om deze stad na te bouwen in het
klein. Aan tafel in zijn woning toont hij zijn eerste producties
voor dit omvangrijke project. Het doel is om de oude stad, de
Nieuwstad, de Spittaalstad en een stukje van de omgeving na te
maken. Hiervoor heeft hij de bebouwing opgedeeld in blokjes
die allemaal een nummer hebben gekregen. Met de voltooiing
van de Walburgiskerk als een van de eerste gebouwen is al
meteen de toon gezet: dit is onmiskenbaar Zutphen. Toch is het
niet zo eenvoudig, want hoe zag de stad er precies uit in 1485?
Het stratenpatroon is terug te vinden: Jacob van Deventer, een
spion van Philips II, bezocht rond 1550 de stad en tekenden
de hele stad, met straten, poorten en muren. Maar hoe was de
detaillering van de woningen? Hoe zag het Wijnhuis eruit?
Om de maquette te bouwen doet Willems daarom uitgebreid
onderzoek. 'Ik loop regelmatig even naar buiten om rond te
kijken', zegt hij vanuit zijn woning in de Kuiperstraat. Over zijn
bevindingen en over onduidelijkheden spart hij regelmatig met
stadsarcheoloog Michel Groothedde en stadsbouwhistoricus
Jeroen Krijnen. Soms komen daar weer nieuwe inzichten uit.
'Ik vind het belangrijk dat het klopt. Dat onderzoek doen maakt
het heel leuk', vertelt hij enthousiast, terwijl hij de Vispoort laat
zien. Deze toren, die toegang gaf tot het 's Gravenhof, had een
trap nodig. Het idee leefde dat deze via een woning bereikbaar
was. 'Dat kon niet zo zijn geweest', constateert Willems, 'want
om de stad te verdedigen moest je snel op de omgang kunnen
komen. De trap was dus buiten.' Soms ontkomt hij er niet
aan de detaillering zelf in te vullen, maar altijd doet hij dat
beargumenteerd. Via zijn sparringpartners, en de oudst bekende
kaarten van de stad, weet hij vaak wie op een bepaalde plek
woonde. Woningen van rijke bewoners hadden meer detaillering
dan die van arme.
Pas als hij het beeld compleet heeft uitgetekend, en de andere
twee het er ook over eens zijn, gaat hij bouwen. Voor de meeste
onderdelen werkt hij met multiplex met een dikte van 0,6 tot 0,8
mm dik. Met behulp van een pincet, vergrootglas en Rotringpen
brengt hij details aan. Hij mengt de kleuren zelf, zodat ook
die overeenkomen met hoe de stad er in 1485 uit heeft gezien.
De torenspits van de Walburgiskerk is gemaakt van.een
bierblikje. 'Dat is het beste materiaal ervoor. Ik ben regelmatig
in bermen op zoek naar blik', bekent hij. De komende drie jaar
bouwt Constant nog aan de maquette. 'Misschien gaat het ook
langer duren dan 3000 uur, want alleen in de Walburgiskerk
zitten al 140 uren.' Hij laat zich er niet door uit het veld slaan.
'Uiteindelijk hebben we een maquette van 2.40 bij 3.20 meter in
drie stukken.' Natuurlijk is deze straks voor iedereen te zien.
Tekst: Fiona de Heus