ANGSTIGE DAGEN
beschikbaar, maar de vraag is natuurlijk
hoe je met twee onderduikers bij het
vakantiehuisje in Warken komt. Heel
eenvoudig: gewoon op de fiets! Wanneer
je jezelf onopvallend gedraagt, heeft
zo'n gevaarlijke onderneming immers
de meeste kans van slagen. Zo gezegd,
zo gedaan. Omdat het vakantiehuisje
ook regelmatig wordt verhuurd, vallen
enkele vreemdelingen bovendien
helemaal niet op.
De Joodse vluchtelingen verblijven
doorgaans enkele dagen tot weken in het
vakantiehuisje. Zij moeten natuurlijk
ook voorzien worden van eten en
drinken. Op weg van Zutphen naar
het vakantiehuisje met de fiets, haalt
het gezin daarom bij elke kruidenier
boodschappen voor vier personen, zodat
het niemand opvalt dat ze voor veel
meer mensen en voor langere tijd eten
halen.
Boven de trap en naast de
schouw
De vluchtelingen slapen op een van
de kamers boven. Wanneer er gevaar
dreigt kunnen ze zich snel boven de
trap en in de ruimte rondom de schouw
verstoppen. Gemakkelijk is dit niet: het
zijn kleine, krappe ruimtes waarin je je
amper kunt bewegen. Stil zijn is van het
grootste belang; als onderduiker bevind
je je immers recht boven de trap en de
woonkamer!
De verstopplaatsen in het huisje worden
uiteindelijk amper gebruikt. Voor de
oorlog is het voor de vluchtelingen
- die immers gewoon als inwoner
ingeschreven staan - nog niet echt nodig
zich verborgen te houden en ook tijdens
de oorlog is het rondom de Almenseweg
doorgaans rustig. Toch verstoppen de
vluchtelingen zich wel uit voorzorg,
wanneer er iemand aan de deur
komt; je weet immers niet wie je kunt
vertrouwen. Echt gevaarlijk wordt het
wanneer dwangarbeiders onder leiding
van de Sturmabteilung een schuilplaats
in het bos graven om Duitse auto's te
beschermen tegen vliegtuigaanvallen.
De aanwezigheid van onderduikers
zorgt voor een voortdurende angst bij
leden van het gezin; die volgens Frits
junior nog ver na de oorlog bij de
gezinsleden doorwerkt. 'Ik ben ergens
na 1948 een keer, midden in de nacht
uit het raam gesprongen en het bos in
gerend, omdat ik meende dat er een
overvalwagen om de hoek kwam. Pas
midden in het bos vroeg ik me af: ls de
oorlog nou afgelopen of niet? Toen wist
ik het even niet meer
Na de oorlog
Eind 1944 neemt de Sicherheitsdienst
het huis van de familie Gies in de Albert
Cuypstraat in Zutphen in beslag. Het
In de eerste dagen na het uitbreken van de
oorlog vindt Frits het, net als vele andere
inwoners van Zutphen, veiliger om de stad
te verlaten. Ze vertrekken daarom naar het
Warnsveldse buitenhuis. Volgens zoon Frits
junior -toen negen jaar oud- begint het terrein
rond het huis binnen een paar uur op een
vluchtelingenkamp te lijken. 'Tientallen mensen
vroegen of zij bij ons mochten logeren. In het
bos werden tenten opgezet en in ons huis
lagen 's nachts overal mensen op de grond te
slapen.' Zo is het vakantiehuis ook voor veel
Zutphenezen in deze angstige dagen een
veilig onderkomen. Na de eerste dagen van de
invasie, vertrekken de logés en ook de familie
Gies zelf, weer naar Zutphen.
Het huisjeprachtig gelegen in het bos. (Bron: Collectie F.Gies; publ. in Bist du ein Jüde)]
In de oorlog maakt Frits deel uit van de Haarlemse verzetsgroep met onder andere de Joodse Herbert
Drilsma. Op deze foto zit Frits (links) samen met Herbert en de kinderen Frits en Anneke Gies, voor
het vakantiehuisje in de zomer van 1940. In februari 1943 wordt Herbert in Haarlem gefusilleerd als
represaille voor de dood van een Duitse militair. (Bron: Collectie F.Gies; publ. in Bist du ein Jüde)]
22 Zutphense Pracht