NIEUWS EN ACTUALITEITEN
MUNTVONDST TE ZIEN IN
DE WALBURGISKERK
WARNSVELD EEN VAN DE BEST ONDERZOCHTE
DORPEN VAN NEDERLAND
In de Martinuskerk in Warnsveld is onlangs het rapport 'Village
Formation in the Middle Ages (800 -1600)' aangeboden door de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. In deze publicatie wordt op basis
van vier casestudies, waaronder Warnsveld, een beeld geschetst van
het ontstaan en ontwikkeling van deze dorpen in de Middeleeuwen. Het
onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Universiteit van Amsterdam
deden samen vier 'case studies' naar dorpen in Nederland: Someren,
Limmen, Kerk-Avezaat én Warnsveld. De onderzoekers kozen ervoor de
publicatie in Warnsveld te presenteren omdat het dorp behoort tot de best
onderzochte dorpen van Nederland.
Na decennialang archeologisch onderzoek zijn de grotere (historische)
binnensteden en gebieden rond steden en dorpen relatief goed onderzocht,
maar de oude dorpskernen een stuk minder. Met name over het ontstaan
van onze talrijke dorpen was nog weinig bekend. In het rapport is onderzocht
hoeveel we weten over het ontstaan van onze dorpen na ruim 15 jaar
onderzoek. De casestudies die zijn uitgevoerd laten zien dat de snippers
informatie uit kleinschalige opgravingen, sleuven en begeleidingen in
dorpskernen als Warnsveld van onschatbare waarde zijn voor kennis over de
ontwikkeling van een dorp.
Village Formation
in the Netherlands
during the Middle
Ages (AD 8oo - t6oo)
An assessment of recent excavations
and a path to progress
J.P.W. Verspay, A.M.J.H. Huijbers,
H. van Londen, I. Renes andSymonds
Tijdens de verbouwing in de Walburgiskerk is bij
archeologisch onderzoek een grote hoeveelheid munten
gevonden uit de periode 1400-1837. Het gaat om 440
munten, waarvan ruim 150 zilveren exemplaren dateren
uit de periode 1450-1550. Vanaf 15 mei zijn de munten te
zien in de kerk.
De Walburgskerk was van oudsher katholiek en stond vol met
altaren en kapellen van religieuze gilden. Enkele groepjes met
munten zijn op die plaatsen gevonden waar zo'n altaar stond.
Deze munten zijn bijvoorbeeld achter de altaarkast gevallen.
Munten uit de periode 1600-1830 kwamen vooral in de bodem
als verloren collectegeld in de tijd dat de kerk hervormd was.
Er werd toen nog in de kerk begraven en zo verdwenen ook
veel munten in de bodem. Ook legde men munten op de
oogkassen van doden.
Stadsarcheoloog Michel Groothedde: 'Er zijn in totaal 440
munten gevonden, daterend vanaf ongeveer 1250 tot 1837.
Een selectie van de munten zal worden tentoongesteld en
dat zullen vooral middeleeuwse exemplaren zijn die een
relatie hebben met de locatie van vicarie-altaren, dat zijn
devotieplaatsen in de kerk van religieuze broederschappen. Er
zitten in ieder geval exemplaren bij die door de kerk zelf zijn
geslagen. In elk geval twee stuks, mogelijk meer, maar dat
moet nader onderzoek uitwijzen.' De kerk had rond 1500 het
recht kleingeld te slaan, met name voor ritueel gebruik, zodat
ook arme inwoners aan de rituelen konden deelnemen. Armen
konden door de uitgifte van dit armengeld ook beschikken
over geld dat dan weer gedoneerd kon worden aan het gilde
waaraan ze verbonden waren.
Groothedde: 'Het grootste deel van de munten moet
nog worden geconserveerd en een klein deel ook nog
gedetermineerd. Er zitten exemplaren bij uit Münster,
Kleef, Keulen, Trier, en Heinzberg, maar ook uit Gelre,
Holland, Friesland, Utrecht, Zutphen, Deventer, Kampen,
Zwolle, Groningen, Arnhem en Nijmegen. En we hebben
ook meerdere exemplaren aangetroffen die nooit eerder
zijn gevonden of in collecties bekend zijn, unieke stukken
dus. Maar er is nog veel onderzoek te doen voordat we het
beeld compleet hebben. De grootste munt is in ieder geval
een zilveren groot van Gelre van hertog willem I van Gulik
uit ongeveer 1390. Op de keerzijde staan de letters van de
vier kwartierhoofdsteden: A(rnhem, N(ijmegen), S(utphen),
R(oermond).'
De munten zijn vanaf 15 mei te zien tijdens de
tentoonstelling Blik in de kerk.
Zutphense Pracht