Zutphen en David de Gorter, onlosmakelijk met elkaar verbonden Hij was medicus, hoogleraar en lijfarts van keizerin Elisabeth van Rusland, maar zijn grootste specialiteit was botaniseren. Dit jaar is het driehonderd jaar geleden dat David de Gorter, grondlegger van de Nederlandse floristiek, werd geboren. De laatste vijf jaar van zijn leven woonde hij in Zutphen en schreef er onder meer de Flora Zutphanica. In tegenstelling tot plaats- en tijdgenoot Johannes Florentius Martinet kreeg De Gorter maar weinig erkenning in Zutphen. David de Gorter wordt op 30 april 1717 geboren in Enkhuizen, als zoon van arts Johannes de Gorter Derkszoon en Susanna Davidsdochter van Bassen. David treedt al gauw in de voetsporen van zijn vader en promoveert in 1734, als 17-jarige jongen, tot doctor in de medicijnen. Samen met zijn vriend, de befaamde Zweedse botanicus Carolus Linnaeus, deelt hij de passie voor planten en samen trekken ze er veel op uit. Na enkele jaren in Amsterdam de medische praktijk te hebben uitgeoefend wordt David evenals zijn vader benoemd tot lector en vervolgens hoogleraar in de geneeskunde in Harderwijk. In 1745 verschijnt De Gorters eerste Flora: de Flora Gelro-Zutphanica met een lijst van planten uit het gebied dat we tegenwoordig Gelderland noemen. Deze flora is het eerste resultaat van zijn omslag van medicus naar botanicus. Lijfarts tsarina Elisabeth In 1747 trouwt hij met Cornelia Bucerus en zeven jaar later, in 1754, neemt het leven van vader en zoon De Gorter een grote wending als ze tot lijfarts van tsarina Elisabeth van Rusland worden aangesteld. Ook in Rusland vindt David naast zijn beroep tijd om te botaniseren; hij publiceert er in 1761 de Flora (fóortcna Groen erfgoed: 300 jaar David de Gorter ft/ia ri s1. Zutphensepracht.nl

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2017 | | pagina 54