Drie eilanden Huis de Voorst maakte bij een ingrijpende restauratie in de jaren '60 van de vorige eeuw plaats voor de huidige meerruits-vensters. Zo rond het begin van de negentiende eeuw krijgt Huis 't Velde wit pleisterwerk. Dat bleef nadien zo. Ook gebleven is de oorspronkelijke uit de zestiende eeuw stammende slotgracht die zijn water uit de Berkel ontvangt. In de eeuwen na de aanleg van de grachten bleef bij veranderingen op het landgoed water altijd een hoofdrol spelen; zie bijvoorbeeld de monumentale kadermuur. Maar wat vooral opvalt zijn de drie eilanden die het landgoed zijn bijzondere karakter geven. Door de omgrachting staat niet alleen het huis op een eiland, maar er zijn nog twee eilanden. Een daarvan is beplant met prachtige rode beuken en wandelaars kunnen er in de zomermaanden langs de uitbundig bloeiende rododendrons slenteren. Het andere eiland was ooit de moestuin en boomgaard ten behoeve van de bewoners van het landgoed. Van de boomgaard is nog maar een klein stukje over, de moestuin is verdwenen. Om zo optimaal mogelijk van het waterlandschap te kunnen genieten, werden de drie eilanden door middel van monumentale houten bruggen met elkaar verbonden. In dezelfde periode dat het huis zijn karakteristieke witte pleisterwerk kreeg, begon tuinarchitect Hendrik van Lunteren met de aanleg van het park en het verfraaien van de tuinen. Al aan het begin van die eeuw had het landgoed al zijn nog steeds bestaande structuur met centraal de drie eilanden. Maar Van Lunteren herschiep vanaf 1824 de tuinen en het park in een echte landschapsstijl. Uit die tijd stamt ook de chique oprijlaan naar het landhuis. Aan de buitenzijde van de grachten ontwierp Van Lunteren tal van parkachtige details, zoals de sierweide met uitzichtheuvel en het sfeervolle loofoos, ook weer met een waterpartij. Overal liet hij waterlopen aanleggen die een verbinding kregen met de Berkel. Dat de omgeving van Huis 't Velde vandaag de dag zo'n prachtig 52 Zutphensepracht.nl

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2017 | | pagina 52