JAARVERSLAG ARCHEOLOGIE 2016 Hof van Heeckeren reeds op dezelfde plek lag. Het middelste perceel en het meest oostelijke perceel worden van elkaar gescheiden door een reeks kleine, smalle slootjes, die steeds verder naar het oosten verschoven. Dit landjepik houd uiteindelijk op door de aanleg van een bredere sloot met palen. De datering van deze sloot is nog niet bekend, maar hij zal uit de late middeleeuwen dateren. Opmerkelijk is dat een 19e-eeuwse tuinmuur precies boven deze grens ligt en dat ook nu, in de 21e eeuw, deze grens nog wordt gehanteerd als grens tussen de appartementen aan de ene kant en de grondgebonden woningen aan de andere kant. De grote hoeveelheid sporen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd kunnen hier niet allemaal aan de orde komen, maar er zijn waterputten, mestkuilen, afvalkuilen, paalkuilen, sloten, greppels en tal van andere sporen aangetroffen. Voorafgaand aan de opgraving zijn aan de Melatensteeg vier woningen gesloopt, huisnummers 37 tot en met 43. Tijdens de sloop werd bouwmaterialen van 13e-eeuwse gebouwen die werden gesloopt door de aanleg van de nieuwe vestingwerken? Waar aan de Melatensteeg de 19e-eeuwse bebouwing nog deels aanwezig was, is deze aan de Halvemaanstraat geheel gesloopt. Direct onder het maaiveld zijn hier de funderingsresten van tientallen huisjes met kelders aangetroffen. Huisjes waren merendeels 4 meter breed en 2,5 m diep, bestaande uit een kelder, een begane grond en vliering/zolder. Deze kleine arbeiderswoningen waren gebouwd in rijen van 5 a 6 woningen. In totaal waren er drie rijen woningen. De rijen stonden dicht op elkaar, de tuinen waren gemiddeld drie meter diep. In de tuinen waren moestuinbedden aangelegd om groente te kunnen verbouwen. Op het terrein waar nu het appartementencomplex komt stonden rond 1900 in totaal 26 wooneenheden. De arbeiderswoningen zijn rond 1880 gebouwd en zijn tussen 1965 en 1970 gesloopt. In de kelders, en in de verschillende afvalkuilen in de tuinen, is een enorme hoeveelheid vondstmateriaal aangetroffen, bestaande uit onder andere plastic speelgoed. Langs de Halvemaanstraat heeft in de jaren '70 nog een tijdelijke vestiging van de David Evekinkschool gestaan. Na de sloop van dit pand heeft het terrein braak gelegen. De eerste fase van het onderzoek is nu afgerond, de tweede fase van het veldwerk begint in het voorjaar van 2017. Door de grote omvang van het terrein, de goede conservering van de archeologische resten en de enorm lange bewoningsgeschiedenis betreft het een uniek onderzoek dat, gecombineerd met een archief en historisch onderzoek, zeer veel nieuwe inzichten zal geven in de laat middeleeuwse ontwikkeling van de wijk Polsbroek en daarmee van de stad Zutphen. duidelijk dat Melatensteeg 39 in de kern een vroeg-17e-eeuws huis was en dat in de constructie balken uit de 14e eeuw zijn hergebruikt. Dit hergebruik van bouwmaterialen komt ook terug in de fundering van het gebouw. Deze is namelijk helemaal opgebouwd uit 14eeeuwse kloostermoppen, gestapeld in leem. Tevens is opmerkelijk dat het pand qua oriëntatie niet haaks georiënteerd is op de Melatensteeg, maar parallel ligt aan de 13eeeuwse sloot die oost-west rondom het akkerareaal heeft gelegen. Achter het huis lagen een waterput en een beerput. De beerput bestond uit een dakpanconstructie van middeleeuwse onder- en bovenpannen, bedoeld om de vloeistoffen eenvoudig uit de put te laten lopen en zware delen vast te houden. De waterput is gemetseld en was verzegeld met een koepel. Hierdoor is de put nooit gedempt en ook na ons onderzoek is de waterput behouden gebleven in de bodem. De andere gebouwen zijn jonger, waarbij uit het onderzoek is gebleken dat in de huizen 41 en 43 aanvankelijk drie verschillende wooneenheden waren die later tot twee zijn herbouwd. Ook in deze laat-19e-eeuwse gebouwen zijn kloostermoppen gebruikt in de fundering, ditmaal uit de 13e eeuw. Zou hier sprake zijn van hergebruikte In 2016 werd een opgraving verricht in de tuin van de Hof van Heeckeren aan het plein 's-Gravenhof in Zutphen. Dit terrein is een archeologisch rijksmonument en dus kon de bouwput alleen met speciale toestemming en uiteraard na archeologisch onderzoek worden uitgegraven. De dikte van het archeologische lagenpakket ter plekke is omvangrijk, maar alleen de bovenste meter is onderzocht. De meest relevante archeologische resten (12e-eeuwse wal en gracht, onderliggende sporen van prestedelijke bewoning en relicten van de Vikingaanval) konden in situ behouden blijven vanwege de lichte constructie van de nieuwbouw en de aangepaste funderingswijze. De bovenste meter die wel werd uitgegraven en onderzocht heeft echter veel nieuwe informatie opgeleverd. De basis van de indeling van het terrein ligt in de vroeg-12e -eeuwse aarden omwalling die om de grafelijke hof lag. De basis van deze aarden wal loopt als een brede band over het terrein. Aan de noordzijde ervan vinden we de bijbehorende gracht, aan de zuidzijde 13e-eeuwse ophogingen die opgebracht zijn nadat de wal werd geslecht rond 1200. Even daarna werd de aarden wal (met tufstenen borstwering en poort) Zutphensepracht.nl

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2017 | | pagina 31