De dubbele betekenis
VAN gevelstenen
Ssasr
Éis
kïïsb
asgj
«SfilL
mmmm*. M
•■eiwSBli
«•Jgjji
Gevelstenen vallen niet op. Ze zijn
vaak grijs en zitten zo hoog op een
huis geplakt, dat je blik er niet direct
naar toe getrokken wordt. Maar er zijn
uitzonderingen. Iedereen die door de
Zutphense Spiegelstraat loopt, houdt
verrast zijn pas in als hij op de hoek van
de Broederenkerkstraat de rode gevelsteen
ziet met een rij muzieknoten. Niet alleen
de steen is bijzonder, ook het verhaal
daarachter stemt tot nadenken. Want zou
je een musicus vragen de noten te spelen,
dan hoor je de straatroep van de Joodse
voddenkoopman Meyer Lipschits (1832
1908). De riedel waarmee hij klanten wierf
is door de Zutphense componist Brandt
Buys als melodielijn vereeuwigd, en door
het Wijnhuisfonds aangebracht op een
pand in de wijk waar Meyer Lipschits met
zijn voddenkar rondliep.
Het is een moderne gevelsteen, amper
zestien jaar oud. Van die stenen zijn er in
Zutphen veel meer te vinden. Denk maar
aan de gevelsteen op de hoek van Barlheze
en Heukestraat. Omdat in dit pand ooit
een spekrokerij zat, prijkt er een gevelsteen
op met het inmiddels uitgestorven
Achterhoekse steiloor- of stagoorvarken,
dat het Gelderse spek leverde. De maker
van deze moderne gevelstenen is Hans 't
Mannetje, een beeldhouwer die eind jaren
zestig gefascineerd raakte door wat een
gevelsteen de voorbijganger kan vertellen
over een huis en zijn bewoners. Hij begon
met het hakken van gevelstenen toen hij
een jaar of 25 was. Tot aan zijn dood in
mei van dit jaar, bijna een halve eeuw later,
vervaardigde hij 236 gevelstenen die in
heel Nederland te zien zijn.
Vroeger en nu
Om de functie van gevelstenen te begrijpen
moeten we terug naar de 17e eeuw, toen
de welvaart toenam en de steden groter en
onoverzichtelijker werden. Om te zorgen
dat klanten hen toch konden vinden,
hingen koopmannen en ambachtslieden
een uithangbord aan hun pand. Daar
stond op hoe het huis heette, wie de
eigenaar was of welk ambacht er werd
uitgeoefend. Die uithangborden bleken bij
IL.