Orgel finesses daarvan in het duister van de onopgehelderde geschiedschrijving ten onder gegaan. In 1910 heeft de laatste (grote) verbouwing plaatsgevonden. Daarbij zijn de huidige voor- en achtergevel tot stand gekomen en heeft het pand het uiterlijk van een kerk gekregen. De neogotische kerkramen en de zware eikenhouten deuren maken dat het pand zich duidelijk onderscheidt van de aanleunende winkelpanden. Het kleine torentje met een zwaan als windwijzer geven daaraan nog het specifieke Lutherse element. Voor het winkelende publiek is dit helaas nauwelijks te zien. Binnenin is het een knusse ruimte, met aan de achterzijde het lithurgisch front en de 18e eeuwse preekstoel. Daarachter glas in lood ramen. Makkelijke stoelen met rieten zittingen staan klaar om een gerieflijke zitplaats te bieden aan de kleine Lutherse gemeenschap. Tijdens de wekelijkse zondagse vieringen bezoeken slechts enkele tientallen gelovigen de eredienst. Het totale aantal geregistreerde lidmaten bedraagt nauwelijks honderd. Dat aantal holt, net als in andere kerkgemeenschappen, hard achteruit. In 2008 werd de Lutherse kerk aangewezen als gemeentelijk monument. Weliswaar was de kerk al in 1991 aangewezen als rijksmonument. Maar dat was merkwaardig genoeg niet vanwege het gebouw maar vanwege het ruim driehonderd jaar oude Lohman-orgel dat er sedert 1831 de kerkzang begeleidt. Je moet er wel moeite voor doen om dit monumentale instrument, dat in de jaren 1995 tot en met 1997 voor het laatst werd gerestaureerd door de Gebr. Reil uit Heerde, te kunnen zien. Het staat namelijk 'hoog verheven' op de tweede galerij van de voormalige pastorie, het 'kerkhuis' genaamd. Over het 2e hands gekochte orgel is veel te doen geweest. Talloze reparaties en hoge kosten brachten de kerkenraad in grote problemen. Rond 1800 was de maat vol en werd besloten een nieuw orgel te laten bouwen. Het koopcontract werd op 21 november 1828 gesloten met de firma N.A.Lohman te Groningen en in augustus 1831 wordt het instrument in gebruikgenomen. Dat gebeurt door de organist van de Utrechtse Domkerk, Frederik Nieuwenhuijsen. Al in 1864 vindt er een restauratie plaats, waarbij er de nodige wijzigingen worden aangebracht. Dat gebeurt in 1892 nog een keer. Daarbij wordt het orgel in een ivoorwitte kleur geverfd. Tijdens de laatste restauratie werd het orgel geheel ontmanteld en overgebracht naar de werkplaats van de orgelmakerij in Heerde. In die tussentijd werd ook het kerkgebouw nog een keer grondig onder handen genomen. Met de nodige muzikale festiviteiten werden kerk en orgel in de Paasdienst van 1998 weer in gebruik genomen. Ton van Ingen Schenau Bronnen: Jaap Riemens, Driehonderd jaar Lutherse Gemeente Zutphen Stichting tot behoud van het Nederlandse Orgel. Een drietal interessante orgels in de Hanzestad Zutphen Zutphensepracht.nl 49

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2016 | | pagina 49