Bewonersgeschiedenis maar voorlopig prima. "Wel komt er nog wel een ouderwetse markies aan de winkelpui, want "s zomers schijnt de zon de hele dag op deze kant van de markt." Bordestrap Via een smalle bordestrap aan de rechterkant van het pand kom je in het drie lagen tellende bovenhuis. Het eerste trapdeel is door de aannemer naar voren verplaatst en het tweede deel rechtgemaakt en naar achter geplaatst. Zo ontstond meer draairuimte op de bordessen. Het eerst stuk van de trap zit met scharnieren aan het bordes vast. "Door de trap omhoog te tillen, kunnen we in de ruimte eronder onze fietsen stallen," legt Gérardine uit. "Die oplossing zagen we bij de buren." Op de eerste en tweede woonlaag zijn tijdens de renovatie in de jaren negentig originele details uit verschillende periodes teruggebracht of behouden, zoals oude vloerdelen, balkenplafonds, schouwen, middeleeuwse muurnissen en negentiende-eeuwse zitvensterbanken. "In de woonkamer hebben we alleen een gipsplaten tussenwandje weggehaald en wat stucwerk verwijderd, waardoor de kloostermoppen zichtbaar werden." Ook hebben ze de vloer in de kamer boven de woonkamer meteen geïsoleerd. "Daar slaapt onze dochter. Het was zo gehorig, dat ze alles van beneden letterlijk kon verstaan." Renoveren De rest wilden ze gewoon zo laten. "Maar je gaat je op den duur toch aan dingen storen. En pak je het een aan, dan moet je het andere ook doen," aldus Gérardine. In de woonkamer is ten slotte een nieuwe houten vloer gelegd en de toegang naar het trapbordes vergroot met een dubbele deur. Op de tweede verdieping komt tussen de slaapkamer voor en achter nog een grote inloopkast en een douche met wc. De bovenste verdieping is opgedeeld in drie ruimten die na de oorlog zijn afgetimmerd met zachtboard. Door een luikje in het verlaagde plafond, kijk je op de oude kapconstructie. "Deze verdieping gebruiken we uitsluitend voor logés en opslag. Hier gaan we niets aan doen, tenzij we de loterij winnen. Bovendien moet er nog iets te renoveren overblijven voor de volgende eigenaar, want dit is geen huis waar je altijd blijft wonen. Als we zeventig zijn, redden we al die trappen niet meer." I>1-: K( >MM(, VAM ZWIvDKN Groenmarkt 13 heeft net als veel andere Zutphense monumenten een 19e-eeuwse gevel met een kroonlijst, maar de oorsprong van het huis is veel ouder. In een akte uit 1392 wordt het huis voor het eerst vermeld als erfenis van ene Gert Woltersoens. Mogelijk staan in andere bronnen nog vroegere vermeldingen opgetekend. Uit andere aktes blijkt, dat het huis een achteruitgang heeft aan de Heukestraat. In de eeuwen daarna is het huis achtereenvolgens eigendom van de familie Exsen, Rueter, Brantz, Lockhuisen/Boelinck, Sticht, Overdorp, Reinders, Van Rhee, Janssen/Hissink, Schaap, Velders en Roekers. Het huis werd echter niet altijd door deze eigenaren bewoond. In 1897 verkoopt koopman Jacob Richard van Roekel het huis aan Mozes Hoek, die er een manufacturenzaak in vestigt. Het achterhuis aan de Heukestraat is dan in gebruik als pakhuis en blijft in Roekels bezit. In 1917 wordt het pakhuis verkocht aan Johan Rietberg, wiens zoon Johan er in 1933 zijn bekende puddingfabriek begint. In 1923 wordt Groenmarkt 13 verkocht aan drukker en uitgever W.J. Thieme, die al panden aan de Groenmarkt en de Heukestraat bezat. Groenmarkt 13 werd mogelijk gebruikt voor opslag van papier en boeken. Emy Vesseur

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2016 | | pagina 11