JAARVERSLAG ARCHEOLOGIE 2015 Noorderhaven stadsmuur. Een andere reeks waarnemingen werd gedaan in de Nieuwstad(straat). Daarbij werden ook ophogingslagen uit de 13e eeuw aangetroffen, maar van veel geringere diepte. Het gaat daarbij waarschijnlijk meer om egalisatie van het geaccidenteerde rivierduinoppervlak. Ook werd er een stadswaterput ontdekt. Deze put heeft een diameter van 1,15 meter, de diepte is niet onderzocht. Op grond van de baksteenformaten moet de put van na ca. 1625 dateren. Enig speurwerk in het "historisch kadaster" leverde een eerste vermelding van de put op uit 1671. Het is echter niet uit te sluiten dat het in de basis om een veel oudere waterput gaat. Er zijn genoeg voorbeelden van middeleeuwse waterputten waarvan het bovenste deel later opnieuw is opgemetseld. De Overwelving hoort ook bij het project. Dit is een overkluizing van de Berkel die dateert uit 1887-1889. Het aansluitende pleintje draagt echter dezelfde naam. Hier werden resten aangetroffen van een gebouw dat waarschijnlijk uit de 15e eeuw dateert. In 1798 werd hier de eerste synagoge van Zutphen in gesticht. Deze heeft tot 1814 gefunctioneerd, in dat jaar werd er een nieuwe synagoge ingericht in de Rosmolensteeg. Er is slechts een klein deel van het pand opgegraven, en er zijn geen vondsten gedaan of kenmerken waargenomen die direct te relateren zijn aan het gebruik als synagoge. Zo is geen restant van een mikwe aangetroffen. Een mogelijkheid is echter dat deze zich in een kelder onder het opgegraven pand bevond. Wat hier voor pleit is de verkoop van één deel van de kelder in 1801. Wellicht had de Joodse gemeente deze rest van de kelder niet nodig omdat het kelderdeel aan de Berkel volstond. Een andere waarneming is dat parallel aan de 12e-eeuwse gracht (die molenbeek werd) een tweede waterloop lag. Die waterloop kon overtollig hoog Berkelwater spuien en kleine scheepjes konden de watermolens passeren. In de humeuze vulling werden de bescheiden resten van een klein houten bootje uit het begin van de 14e eeuw gevonden. Het gaat waarschijnlijk om een opgeboeide kano. In de uitgeholde basis zijn spanten aangebracht waar tegen boordplanken waren vastgepind. Een los stuk is waarschijnlijk te interpreteren als een doft. De waterloop werd in de eerste helft van de 14e eeuw al weer gedempt. Tot slot werd nog een hoek gevonden van één van de 17e-eeuwse watermolens aan de noordzijde van de gracht. In 2015 is een deel van de oude Noorderhaven weer uitgegraven om als jachthaven gebruikt te kunnen worden in de nieuw te ontwikkelen wijk Noorderhaven. Bij het ontgraven van de oude haven kwamen twee imposante stukken muurwerk aan het licht. De eerste bleek deel uit te maken van de reeks lunetten die rond 1706 zijn aangelegd naar ontwerp van vestingbouwer Menno van Coehoorn. Meer precies hoorde de muur bij de tweede lunet vanaf de IJssel. Op historisch kaartmateriaal is duidelijk te zien dat deze lunetten aan de veldzijde een stenen bekleding hebben. Het blijkt echter dat ook de stadszijde een bakstenen muur had. Dat was al eerder gebleken in 2009, toen een dergelijke muur van de meest westelijke lunet werd gevonden. De nu gevonden muur blijkt een afwijkende vorm te hebben in vergelijking met de muur uit 2009. In dit geval is de hoek van het werk veel kleiner. Opvallend is ook dat de basis van de muur één hoek maakt, maar op een hoger niveau twee, waarbij de muur voor een klein stukje naast c.q. boven de fundering zweeft. Deze lunet was geheel omgracht. In de vulling daarvan werd 19e-eeuws aardewerk gevonden, waaronder een complete Frankforter kan. In 1863 werd de gracht gedempt voor de aanleg van een nieuwe vestinglinie. Deze was nodig omdat Zutphen een treinstation kreeg, dat binnen de vestinglinie moest liggen. Voor de bouw van deze linie werd niet alleen de gracht gedempt, maar moest ook de lunet gedeeltelijk gesloopt worden. Vandaar dat aan de westzijde het muurwerk gesloopt is. De tweede muur die werd gevonden, is te relateren aan dit vestingwerk uit 1863. Het gaat om de 'beer' (stenen vestingdam) die de vestinggracht afsloot van de IJssel. Deze muur is al enkele keren eerder vrij gelegd en gedocumenteerd. Toen het noordelijke uiteinde van de muur in 2015 aan het licht zou komen bij het uitgraven van de haven, was de vraag vooral hoe gaaf dit uiteinde was en in hoeverre het ingepast zou kunnen worden in de waterkering van de nieuwe haven. De slotsom was dat het laatste deel nog verder afgekapt moest worden, maar dat de rest mogelijk weer zichtbaar gemaakt kan worden in de Zutphensepracht.nl

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2016 | | pagina 29