Tabak de gevel van de sigarenzaak blijkt dat Zutphen en haar inwoners in die tijd onder sterke invloed van de Franse overheersers stonden. In deze Franse tijd werden veel verouderde panden in de Sprongstraat gemoderniseerd en gerestaureerd. Daarbij werd vaak gekozen voor de toen in de mode zijnde Lodewijk XIV-stijl. Die stijl wordt bij Sprongstraat 7 het duidelijkst geïllustreerd door de afgeknotte klokgevel, ook wel tuitgevel genoemd. De nieuwe gevel was gebouwd in opdracht van een kleermaker. De 'kleedermaker' liet een tussenetage aanleggen, waarop de kleermakers hun werk deden. Het naaien en stikken deden ze in de kleermakerszit, vanwege de geringe hoogte van hun werkruimte. Op de begane grond werden de klanten ontvangen. De tussenverdieping is nu nog herkenbaar aan de dubbele rij ramen die kort boven elkaar zitten in de achtergevel. De bovenste rij was gelegen op de oorspronkelijke eerste verdieping, de onderste rij zorgde voor daglicht in het naaiatelier. Halverwege de negentiende eeuw vestigde kleermaker K. Nuesell zich op de Sprongstraat 7. Kennelijk trouwde hij in hetzelfde jaar, want op 6 juli 1894 meldde het Nieuws van den Dag dat de 'kleedermaker' zijn 50-jarige huwelijk vierde én dat hij 50 jaar kleermaker was. Het was een echt feest, volgens de krant, want de gehele Sprongstraat was versierd en iedereen vlagde. Nuesell adverteerde veel in de lokale kranten; een van zijn specialiteiten was de 'uitrusting voor Oost- en West-Indië', de koloniale gebieden die vanwege hun tropische klimaat natuurlijk niet geschikt waren voor de gebruikelijke mode van de Nederlandse mannen en vrouwen. In plaats van crinolines (hoepelrokken), korsetten en queues voor de dames en stevige driedelige kostuums met stijve overhemden en hoge boorden, was een dunnere stof en makkelijke zittende kleding onontbeerlijk om in de west of de oost op de been te blijven. De uitvinding van de naaimachine en vervolgens de komst van de grote naaiateliers, deed veel kleermakers uiteindelijk de das om. Na anderhalve eeuw vertrok de laatste kleermaker uit de Sprongstraat 7 om plaats te maken voor een tabakswinkel. Hoewel er al eeuwen werd gerookt, waren het vooral pijp en sigaar die populair waren. Aan het eind van de negentiende eeuw werd echter de sigaret ontdekt, waarna steeds meer mannen van de sigaar en de pijp overgingen op de sigaret, terwijl het aantal vrouwen dat een sigaret niet versmaadde eveneens toenam. Het aantal tabakszaken steeg hierdoor flink; ook de winkel aan de Sprongstraat 7 profiteerde van de stijging van het aantal rokers. In 1919 nam de familie Gies de sigarenzaak over, later gevolgd door de familie Smolders. Dat bleef zo totdat ene Willem Schimmel tegen zijn vader zei dat hij wel een winkel wilde hebben. Vader Schimmel had een sigarenzaak in Doetinchem en wilde wel meewerken aan de wens van Willem. Omdat de appel nu eenmaal niet ver van de boom valt, koos ook Willem voor een sigarenwinkel. Maar niet in Doetinchem. Hij vond een mooi pandje in Zutphen, aan de Sprongstraat, de winkel van Smolders. Willem nam de sigarenzaak in 1972 over.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2016 | | pagina 23