wel een smidse geweest." Op de vele foto's die hij heeft gemaakt is te zien wat hij nog meer aantrof: een volle beerput, steens muren, roederamen die niet meer te redden waren, een schoorsteen waarvan veel stenen los lagen omdat het cement verdwenen was. "Die was helemaal uitgerookt, de stenen kon je er zo uit weghalen." Het opknappen van het huis gebeurde tussen de bedrijven door. "Eerst heb ik de woning bewoonbaar gemaakt, daar heb ik een half jaar over gedaan. Daarna ben ik begonnen aan de winkel, dat heeft ook een half jaar geduurd. Toen was de ruimte boven de winkel aan de beurt, en als laatste de smederij. Dat deed ik samen met Martijn Ebbinge van bouwbedrijf De Thuisfabriek, die het afoouwdeel voor zijn rekening heeft genomen. Bij elkaar heeft de renovatie een jaar of twee geduurd. Een deel heb ik uitbesteed, anders trek je het niet. Verder heb ik veel hulp gehad van friends, family and fools. We hebben zoveel mogelijk laten staan, alleen wat boktor had of anderszins ziek, zwak of misselijk was hebben we vervangen. Het komt erop neer dat we alle rotte stukken uit de appel hebben gesneden." En ook daarvan zijn foto's. Daarop is te zien hoe de beerput geleegd werd en met zand gevuld. Hoe het plafond werd hersteld, de roederamen vervangen. Hoe muren waterdicht werden gemaakt en geïsoleerd door er een houtskeletbouwwand voor te zetten. "We hebben leidingen ertussen aangebracht, gipsplaten ervoor gezet en vervolgens alles gestuukt om het strak te krijgen", legt Blankhorst uit. De zolderverdieping was gebruikt als opslagplaats: "Er lag oud ijzer, er stonden stoelen, een bakfiets en een oud bed. Het cement tussen de dakpannen was vergaan, het cement lag op de zoldering. Overal lagen juten zakken en oude kranten als afdekking, zodat de rotzooi niet door de vloer op de verdieping daaronder zou vallen. We hebben er een krant uit 1903 aangetroffen!" Achter de deuren van de smederij werd een glazen pui aangebracht. Er kwamen luxe voorzieningen, vloerverwarming en stijlvolle afwerkingen, zoals De Thuisfabriek ook vaak toepast bij zijn projecten. Paul Blankhorst is overigens niet meer betrokken bij dit bouwbedrijf, hij heeft zijn eigen bouwadviesbureau. Van binnen herinnert alleen het grote smidsvuur met de grote gemetselde kap er nog aan dat hier eeuwenlang een smederij gehuisvest is geweest. "Het is een gebouw dat veel heeft meegemaakt, waar veel is gebeurd", schrijft Wijnand Bloemink in zijn bouwhistorisch verslag. "En daarmee ondersteunt het gebouw in zijn huidige vorm de geschiedenis van de plek: een smederij in het hart van het dorp, en dat al eeuwen lang." Tekst: Nicolien van Doorn Foto's: Paul Blankhorst Archieffoto's: Collectie Warnsveld Regionaal Archief Zutphen Zutphensepracht.nl 21

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2016 | | pagina 21