Grand CAFé De Courant roept oude verhalen op Even terug op eerdere werkplek van het Zutphens Dagblad Elk huis heeft zijn geschiedenis. Als de muren van het pand Houtmarkt 66 - te boek staand als rijksmonument met de status beschermd stadsgezicht - zouden kunnen spreken, zou de stroom aan verhalen niet te stelpen zijn. De was Het karakter van het rijksmonument 'met lijstgevel, flauw getoogde vensters en geprofileerde, natuurstenen vensterdorpels' is dankzij een zorgvuldige verbouwing met respect voor de bouwhistorische waarde geen geweld aangedaan. Dat op de gevel de tekst Zutphens Dagblad is verdwenen en plaats maakte voor De Courant is jammer, vindt Krijnen, maar hij heeft wel begrip voor de actie van de nieuwe eigenaar Peter Bruijsten ,,Als ondernemer wil je natuurlijk je bedrijfsnaam uitdragen en die plek op de gevel is daarvoor bij uitstek geschikt. Het nieuwe bord is zodanig over het andere geplaatst dat de oude staat terug kan komen." Tijdens een rondleiding door het pand (gewelvenkelder, begane grond, eerste - en tweede verdieping) valt de enorme vloeroppervlakte op. "Bij de bouw werd uitgegaan van een multifunctioneel gebruik," licht Krijnen toe. ,,Een huis was alles tegelijk: woning, opslag, bedrijf. Vooral die opslagruimte was van belang. Vaak waren het gefortuneerde mensen die in de grote panden woonden en die deden zo'n twee keer per jaar de was de deur uit. Die families moesten daarom bijvoorbeeld enorme hoeveelheden linnengoed hebben. Daar heb je opslagruimte voor nodig, ook voor de vieze was. De mensen moesten hun dagelijkse spullen op voorraad hebben en die namen ook ruimte in beslag. Verhalen die inzicht geven in de vele bestemmingen (apothekers- en koopmanswoning, tabak- en sigarenhandel, onderdeel Volkshuis, lokale krant) die het uit vier lagen bestaande gebouw heeft gehad. Grappig is dat de allernieuwste bestemming - sinds 22 juli van dit jaar is het pand open als grand café De Courant - een directe link heeft met de functie die het had in de periode 1770-1850. Toen werden er borrels gedistilleerd, nu worden ze er geserveerd. In 1759 werd de woning namelijk eigendom van Jan Jacob Mispelblom en hij was een van de grondleggers van de Zutphense brandewijnstokerij. Die ging in 1770 aan de Houtmarkt in bedrijf op naam van Frederik Mispelblom. Tachtig jaar later verkaste de onderneming naar het Kerkhof. De eerste schriftelijke vermelding van het pand Houtmarkt 66 (Denn Grienn) verwijst naar het jaar 1565. In die tijd werd nog niet gesproken van Houtmarkt maar van Bredestraat. Maar 1565 is een jaartal dat niets zegt over het bouwjaar, zegt bouwhistoricus Jeroen Krijnen. ,,Dat moet eerder geweest zijn. Rond 1330 is de bedrijvigheid op de Markt ontstaan, vanaf die tijd zijn ook aan weerszijden stenen huizen gebouwd."

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2015 | | pagina 8