Zutphense Pracht aan de wandel
De bouwhistorische stadswandeling
Je ziet regelmatig groepjes door de stad wandelen onder leiding van een gids. Ook op deze woensdagochtend in
oktober zijn er al meerdere onderweg, terwijl het een koude en natte dag is. Vaak zijn het bezoekers van buiten
Zutphen, zoals je zelf ook een stadswandeling maakt tijdens een stedentripje in binnen- of buitenland. Als Zutphenaar
(laat staan als Zutphenees) ben je misschien niet zo geneigd om een stadswandeling te maken.
Ten onrechte, constateren de medewerkers van Zutphense
Pracht na afloop van deze stadswandeling. "Dit had ik niet
willen missen." We beginnen in de Driekant met een kop koffie.
Constant Willems neemt ons vervolgens mee naar de kelder van
de bakkerij, de ideale plek om een kelder uit 1400 te zien met
tongewelven een enorme dikke muren. Die verschillen in dikte,
omdat het ooit twee huizen waren en vier kelders. De toegang
naar een kelder was destijds vanuit de straat en vanuit de tuin
en er was geen verbinding met het woonhuis boven. Angst voor
brand speelde mee. De ingang van deze huizen was vroeger in de
Kolenstraat. Willems heeft al heel wat kelders uit de veertiende
eeuw gezien in Zutphen bij bouwhistorisch onderzoek. Wat
steeds meer opvalt is dat veel kelders twee aan twee zijn
geschakeld onder naast elkaar gelegen huizen. Leuk zijn de
kaarsnissen die nog net zo functioneren als bij de middeleeuwse
Zutphenaar.
Van hier uit hoef je niet ver te lopen om veel te weten te komen
over de historische binnenstad. We steken over naar de Rode
Torenstraat en draaien ons om. Willems wijst op de steunbogen
die in de Kolenstraat zijn aangebracht in de zeventiende eeuw,
omdat de zijgevel van de Driekant vervaarlijk begon te hellen.
We lopen nog even naar de zijgevel van Talamini, waar onze
gids ons wijst op kloostervensters en kruisvensters. Daar waar
nu grote glasplaten zitten, zaten vroeger geen ramen. Het waren
openingen met luiken ervoor. In het begin van de veertiende
eeuw waren veel van dit soort panden in de stad gepleisterd
en beschilderd. Hoe zal dat geweest zijn met al die gekleurde
panden? Het zag er vast een stuk vrolijker uit! Dat geldt ook voor
De Munt in de Rode Torenstraat, een pand uit 1354. We stappen
verder onder de paraplu's naar de oudste behouden kelder van
Zutphen en misschien wel van Nederland, Raadhuisstraat 6. Uit
opgravingen hier in de kelder bleek dat hier al een huis stond
in 1050, gebouwd met tufsteen en destijds was de kelder begane
grond. Dus lag deze straat 2 U meter lager. We praten veel over
ramen of beter daglichtopeningen in de huizen. Dan hebben we
het over kruisvensters, kloostervensters, bolvensters en na 1550
de kruiskozijnen, kloosterkozijnen en bolkozijnen. Vanaf 1685
kwamen er schuiframen in Nederland en T- ramen waren er
vanaf 1880. Als deze opsomming je al duizelt, dan is er een aardig
naslagwerkje om te raadplegen, 'Van kelder tot kap' Soms zijn
ramen bewust een beetje nep gemaakt om zich chiquer voor te
doen dan de werkelijkheid. Het is leuk om dat soort details te
horen. De mens is wat dat betreft onverbeterlijk.
56 Zutphensepracht.nl