Van Handel tot Hazes vanuit de Wijnhuistoren
mm
Springlevend erfgoed uit de gouden eeuw
Journalisten moeten soms veel over hebben voor een
goed verhaal. Denk aan oorlogsverslaggevers op
televisie. Soms hoort je de fluitende granaten achter
hun rug inslaan. Voor mij was het beklimmen van de
Wijnhuistoren al heldenmoed. Wie weet hoe hoogtevrees
voelt, zal dat begrijpen. Maar ik wilde heel graag de
beiaardier zien spelen in de Wijnhuistoren, dus waagde ik
het erop.
"Gewoon recht vooruit kijken," moedigt Frans Haagen me
aan als hij me voorgaat op een bijzonder hoge ijzeren ladder.
Ik klamp me met een hand vast aan de enige leuning en met
mijn andere hand aan de volgende tree. Dik moet je hier niet
zijn, dan pas je gewoon niet tussen muur en leuning. Voor hem
is het dagelijkse kost, want niet alleen in Zutphen beklimt hij
wekelijks een toren om het carillon te bespelen. Ook in Kampen,
Doesburg, Zwolle en Rijssen is hij de stadsbeiaardier. Het voelt
als zijn eigen toren, want meestal is hij daar alleen op eenzame
hoogte.
Het is donderdag en bijna elf uur. Veel marktbezoekers weten
wel dat elke donderdag om 11 uur een uur lang carillon wordt
gespeeld. Hoewel ik me realiseer dat je het niet zo bewust
opslaat in je geheugen. Het is de reden waarom het bezoek aan
de markt zo prettig aanvoelt. Zonnetje erbij, het carillon speelt,
een marktkoopman prijst zijn sappige peren aan en de dag kan
niet meer stuk. "Het is de kleur van de stad," zegt Haagen. Elk
carillon klinkt weer anders en natuurlijk heeft elke beiaardier ook
zijn eigen stijl. Haagen is de 22e beiaardier in Zutphen. De eerste
trad in 1647 in dienst van het stadsbestuur, kort nadat Francois
Hemony de klokken van het eerste carillon had gegoten. Twee
jaar geleden ging beiaardier Gert Oldenbeuving met pensioen en
nam Haagen zijn plaats in. Een muziekliefaebber op de markt
hoorde het meteen." Volgens mij is dat een andere beiaardier,"
zei hij op die bewuste donderdag. En hij kreeg gelijk want de dag
daarna stond het geschreven in De Stentor: 'Nieuwe beiaardier
in Zutphen'. Boven in de toren begint Haagen met afregelen.
Deze keer hoeft hij er niet veel aan te doen, gezien de redelijk
stabiele weersomstandigheden. Het afregelen gebeurt door
te draaien aan de draadregelaar op de metalen draden, die de
aanslag van de beiaardier overbrengen op de klepel binnen in de
klokken. Metaal krimpt en zet uit bij wisselende temperaturen
en dat beïnvloedt de klank. Als hij met zijn vuisten de klank van
het carillon controleert en demonstreert hoe het verlengen of
verkorten van de draden terugklinkt in de klokkenklank, luistert
de hele stad al mee. Hij moet er om lachen als ik dat opmerk. "De
een denkt nu: Ha fijn, het carillon begint, de ander zucht en is
minder blij."