Swalckgat Bouwhistorisch onderzoek In 1632 verrees aan de Laarstraat, op de plek waar nu café De Schatkamer is gevestigd, een groot, stenen huis. Het fraaie bijna vier eeuwen oude pand werd gebouwd op de plek waar vermoedelijk eerder een ander bouwwerk heeft gestaan. Die veronderstelling van bouwhistorici is gebaseerd op de ligging van de twee kelders onder Laarstraat 48. Ze hebben afwijkende afmetingen en liggen bovendien op een afstand van enkele meters van elkaar. Hoewel historisch onderzoek geen uitsluitsel heeft kunnen geven wat de voorganger van Laarstraat 48 dan zou zijn geweest, gaan de historici er wel van uit dat die er moet zijn geweest. Al is het maar omdat al in de twaalfde en dertiende eeuw langs de 'Laarweg' de eerste bebouwing verscheen. -gii'Ki Volgens archivaris Etienne van den Hombergh van het Regionaal Archief Zutphen is het bijzonder dat een particulier als Erica Kersten zo'n archiefje met oude akten bezit. "Blijkbaar zijn de stukken steeds opnieuw met de nieuwe eigenaar meegegaan", schrijft hij in een korte toelichting. Inmiddels heeft hij de archiefstukken onderzocht; de restauratie van de akten moet nog volgen. Van den Hombergh bevestigt dat de oudste, perkamenten akte uit 1632 stamt en met het Zutphense stadszegel is bezegeld. Het meest opvallende stuk uit het archief van Erica Kersten vindt hij echter een akte waarin duidelijke afspraken worden gemaakt tussen het pand Laarstraat 48 en een buurpand over de goten en het swalckgat. Van den Hombergh: "De afspraken over de goten zijn vastgelegd in 1714 voor de Zutphense schepenbank. Hetzelfde geldt het swalckgat. Dat is een soort stortgat of beerput 'waarinne het water en vuijligheijt van beijde huijsen (worden) ontlast'." Zutphensepracht.nl 45 Het huidige pand werd gebouwd in de tijd dat een groot deel van de Republiek zuchtte onder het 'zware en ondraaglijke juk van de Spanjaarden'. Niet alleen wijzen de jaarankers in de voorgevel op die datum, maar ook allerlei bouwkundige details refereren aan die periode. Zo werden de gebruikte baksteenformaten, metselmethode en de korfbogen boven de vensters veel gebruikt in het begin van de zeventiende eeuw. Ook de dakconstructie en de balkenlagen op de verschillende verdiepingen stammen wat betreft techniek en uitvoering overeen met wat gebruikelijk was in het begin van de zeventiende eeuw. Ook stamt de indeling tussen voor- en achterhuis op de begane grond en de insteekverdieping uit de bouwtijd. De zolder van Laarstraat 48 heeft aan het einde van de zeventiende eeuw nog een tijdje dienst gedaan als schuilkerk voor vervolgde Zutphense katholieken. Na de Reformatie werd de katholieke kerk in Nederland verboden. Het gevolg was dat katholieken in het geheim hun geloof moesten belijden. Dat gebeurde vaak in zogeheten schuilkerken, zoals de zolder van Laarstraat 48. Toen in de daaropvolgende jaren de calvinistisch gereformeerde heersers wat toleranter werden, kregen de schuilkerken een min of meer officiële status, zij het dat ze fors moesten betalen om diensten te mogen organiseren. In de achttiende en negentiende eeuw werd Laarstraat 48 een aantal keren verbouwd. Er kwamen empirevensters aan de straatkant en achterzijde en de voorgevel werd gepleisterd. In het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw werd de voorgevel weer ontdaan van dat niet-authentieke pleisterwerk en werd de geveltop in de oorspronkelijke staat gerestaureerd.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2015 | | pagina 45