Turfstraat 10, De Drie
Koningen
SSS^UJSTfcNMAKJüUJ
die net als de
architectuur
assend in he
aat over de
De traptoren is in 1907 ca. twee meter
verhoogd, maar behield zijn romantische
vormgeving met kantelen. De oude hoogte is
zichtbaar in de overgang van cementpieister
naar schoon metselwerk. Foto auteur
Detail van het beschilderde stucpiafond uit
1907 in de kamer aan de straat op de tweede
verdieping. Foto auteur.
Bouwhistorie traptoren
De traptoren heeft door de gebruikte
bakstenen en de kantelen momenteel aan
de straatzijde een sterk negentiende-eeuwse
uitstraling, maar wanneer de toren wordt
bekeken vanaf de zolder van het naastgelegen
pand, Beukerstraat 21, is te zien dat de toren
van grote handvorm baksteen, zogenaamde
kloostermoppen is gemetseld 6. Tijdens het
ontmantelen van het pand ten behoeve van
de verbouw werd bovendien duidelijk dat in
de late negentiende eeuw (1885) een nieuwe
voorgevel voor het pand is gezet. Het pand
is vervolgens in 1907 met een verdieping
verhoogd en op de derde etage is een deel
van de traptoren bewaard gebleven dat tot
1907 boven de oude goot uitstak. Op dit
bewaard gebleven oude metselwerk is goed
te zien dat de traptoren netjes was gevoegd
met een snijvoeg en dat in een later stadium
de gevel geheel rood gesausd werd, een
afwerking die hier en daar nog wel op enkele
gevels in de Zutphense binnenstad is te zien7.
Dit pand op de hoek met de Korte
Beukerstraat is in 2014 kort bezocht in
het kader van de planvorming. Het pand
valt op door het aanwezige pothuis aan de
zijde van de Korte Beukerstraat, één van
de twee die in de binnenstad bewaard zijn
gebleven 8. Doel was om de inrichting van
de lijstenwinkel, die jarenlang op de begane
grond functioneerde, her in te richten tot
koffiebar. Eén van de uitgangspunten tijdens
de verbouwing was terughoudendheid,
hetgeen mede heeft geleid tot het toekennen
van de Paltsprijs 2015.
Het interieur in de iijstenwinkel
was in de jaren 1970 afgewerkt met
houtwolcementplaten die tijdens de recente
verbouwing zijn verwijderd. Foto auteur
Ofschoon de werkzaamheden zich met name
concentreerden op de begane grond is het
gehele pand bekeken om de wijzigingen
in een bouwhistorisch context te kunnen
plaatsen. Zo bestaat de kelder van Turfstraat
10 uit twee ruimten met een tongewelf, één
aan de voorzijde en één aan de achterzijde,
die met elkaar zijn verbonden met een korte
gang. De voorste kelder heeft de kruin van
het gewelf evenwijdig aan de Turfstraat,
dus haaks op de nokrichting van het
pand en haaks op de kruinrichting van de
achterste kelder. Dit kan te maken hebben
met een dichtgemetselde buitentrap links
in de voorgevel. Een toegang naar buiten
is eenvoudiger te realiseren haaks op een
gewelf dan wanneer een tongewelf haaks op
de voorgevel is gebouwd: de boogvorm aan
de straat zit dan in de weg. Buitentrappen
naar de kelder komen in de binnenstad zeer
veel voor en kunnen wel als een kenmerk
van historische panden in Zutphen worden
beschouwd. Doordat de kelder geheel is
gepleisterd kan over de ouderdom of de
bouwgeschiedenis weinig worden gezegd.
De voorste kelder van Turfstraat 10
richting nummer 12. Aan de linkerzijde de
dichtgemetselde trap naar de straat. Foto
auteur
Zoete kers
Op diverse plekken is de historische balklaag
van de eerste verdiepingsvloer zichtbaar of
zichtbaar gemaakt. Boven de overloop links
in het pand die de insteekkamer aan de
straat toegankelijk maakt, heeft één van de
balken een sleutelstuk met een ojiefprofiel,
een kenmerkend profiel dat vanaf het einde
van de zestiende tot ver in de zeventiende
Zutphensepracht.nl