Bewonersgeschiedenis Gevel Galerie Het is altijd weer bijzonder om in het archief de namen te vinden van voorgaande bewoners en je voor te stellen hoe men toen leefde. In 1447 wordt het huis voor het eerst vermeld en gaat het om meerdere belendingen (percelen). Er is nog geen sprake van een 's Gravenhof. Dat gebeurde voor het eerst in 1644. In 1447 heet het perceel van 'Vor onser Wisschpoerten. Huesinge op hoek van de Waterstrate'. Het huis wisselde regelmatig van eigenaar. Vaak woonde er ook een portier in van de voormalige Vispoort. getrokken: waar eerst fietsen en bezems stonden, daar staat nu de eettafel. Van de schouw in de keuken, waarvan de schoorsteen alle kanten uitloopt, is een kast gemaakt. Het trapje in de 'stadsmuur', dat leidde naar de slaapkamer van haar grootouders, is nu een toilet. En er kwam een badkamer bij. "Zo heeft iedereen gerommeld aan het huis", vat Hanna de situatie samen. Het pand met de elf kamers, twee badkamers en drie toiletten staat te koop. Hanna: "Als je me tien jaar geleden had gezegd dat ik dit huis zou verkopen, had ik gezegd: hoe kom je daarbij? In mijn kist ga ik hier uit! Ik woon hier nu 35 jaar en heb nog iedere dag een feestgevoel. Ik kan uren door het raam kijken, het uitzicht is altijd anders." Met de hotelsuite die ze jarenlang verhuurde is ze opgehouden, maar ze heeft nog steeds de sfeervolle galerie waar ze schilderijen van beelden kunstenaar Bert Strijbos exposeert. "De galerie en het onderhoud van het huis kosten veel tijd. Moet je weer al die ramen wassen, de kamer verven, de trap schilderen, de keuken schoonmaken. Zo langzamerhand wil ik meer tijd hebben voor mijn kleinkinderen. En ik wil ruimte om me heen, ik wil ver van me af kunnen kijken. Ik zou wel buiten in de Achterhoek willen wonen." Tekst: Nicolien van Doorn Foto's: Frits van Schagen De gepleisterde gevel is gemetseld in kruisverband, met drieklezoren in de strekkenlaag. De gevel heeft echter een ander beeld gekend. In de strekken zijn op regelmatige afstand schijnvoegen ingehakt, waarna de gehele gevel met ossenkoprood geverfd is geweest. Vervolgens zijn er met witte voegspecie nieuwe schijnvoegen opgezet. Dit is vermoedelijk aan het eind van de 17de, danwel begin 18de eeuw gebeurd, getuige het feit dat ook de aangetroffen hanekammen boven de vensters deel uit maakten van deze gevelbehandeling. Dat bij bouwhistorisch onderzoek goed moet worden opgelet blijkt wel uit het feit dat de hanekammen op het eerste gezicht deel uit leken te maken van het oorspronkelijke metselwerk. Dit is echter strijdig met de behandeling van de aangetroffen dagkanten, die alle behakt zijn en geen logisch hoekverband bezitten. De voorlopige conclusie moet dan ook zijn dat de hanekammen/strekse bogen weldegelijk later zijn ingehakt en gelijk met een verbreding van de vensters zijn toegepast, waarna de gevel zijn osserode kleur heeft gekregen. De muurankers zullen wel uit de eerste bouwfase (rond 1611) dateren.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2015 | | pagina 14