Oorlogslittekens luister van de IJsselkade te behouden. Jammer dat de buren, toen Rijkswaterstaat, niet meededen aan het project zonneblinden. Er zijn mensen die het bewonen van een monument vooral lastig vinden. Smits herinnert zich de reactie van een aannemer, toen hij het pand kort voor de aankoop liet zien. "Hij zei: 'Realiseer je je wel dat je in zo'n monument niks mag,'. Vervolgens lag er een peperduur verbouwplan, waarin ik flink heb geschrapt. Eigenlijk waren er geen grote ingrepen nodig. De wanden zijn gestuukt, maar de vloeren en plafonds konden in tact blijven. Er ligt prachtig oud parket en er zijn marmeren drempels. Het is heerlijk dat je hier in de zomer de ramen kunt opengooien. We zijn ook blij met de bomen langs de IJssel. Ze brengen de nodige verkoeling en je houdt toch zicht op de IJssel. Hopelijk blijven er bomen (liefst lindes of iepen) langs de IJsselkade als die straks opnieuw wordt ingericht. Je kunt die bomen zo planten dat elk huis zicht op de IJssel houdt." Op zolder is bij de verbouwing een glazen koepel aangebracht om voldoende licht te maken voor de werkplekken. Bij het bombardement in 1944 zat dit pand precies op de scheidslijn en was de schade minimaal. Je vindt op deze zolder nog de sporen van granaatinslagen en ook in het koetshuis zit nog hier en daar een oorlogslitteken. Zowel IJsselkade 9, als het Koetshuis aan de Oude Wed is Rijksmonument, maar het Koetshuis is volgens beiden het meest interessant. Het is in 2009 met veel smaak en vakmanschap in nauw overleg met de monumentenambtenaren gerestaureerd. Het benedenhuis aan de IJsselkade is op dit moment niet in gebruik, maar Smits verwacht met de aantrekkende markt de werkplekken weer nodig te hebben. Via een plaatsje betreed je het koetshuis, door fraai gerestaureerde dubbele deuren. Binnen is het ingericht voor vergaderingen met een grotere groep. Aan de andere kant kom je uit op de Oude Wed, een doodstil straatje in de binnenstad. Trots toont het echtpaar Smits de gevel van het Koetshuis, dat in 1869 is gebouwd in Neo Classicistische stijl. Boven de staldeuren zit een rond raam, een negentiende-eeuws ossenoog ofwel Oeil de boeff. Boven de kleinere deuren opzij ervan zitten rozetvensters. Mooi zijn de vier witgepleisterde pilasters in de gevel en de rozetvormige muurankers. Reinier wijst nog op de sporen van koetsen in de deurlijst. Je ziet voor je hoe de vroegere bewoners door hun koetsier werden thuisgebracht, na een sociëteitsbezoek. Uit de panden die te koop staan, zou je kunnen concluderen dat de oude panden aan de IJsselkade hun aantrekkingskracht als kantoor of woonhuis wat verliezen. Smits benadrukt nog eens dat het huizen zijn, waar je je gelukkig kan voelen. Beter voor het welbevinden van je werknemers dan al die kille nieuwbouwkantoren. En qua duurzaamheid moet je bedenken dat deze huizen er al 154 jaar staan. Als dat niet duurzaam is. Tekst: Agnes van Brussel

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2014 | | pagina 8