Geen café voor Hendrika Koe in de IJssel .Halfvasten" bij Brummen -»-■ i'.^khandei, ['.;mnu'*" was een sociaal gebeuren, een mooie gelegenheid om nieuwtjes uit te wisselen. In de gelagkamer van 't Halfvasten werd een borreltje gedronken, en op de deel stonden de paarden die werden gewisseld wanneer een zeilschip bij windstilte getrokken moest worden. Speciaal daarvoor liep er vlak langs de IJssel een jaagpad. De T-boerderij zoals wij hem kennen stamt uit de 19e eeuw. Daarvoor stond er ook al een, maar over de bewoners daarvan is weinig bekend. De archieven vermelden slechts een Barent Jansen, een Pieter Hondius en een Evert Jan Hulstijn. In 1846 kocht Jan Alderkamp de boerderij met vijf hectare grond, grotendeels aan de overkant van de rivier gelegen. Na zijn dood in 1860 nam zijn zoon Evert Jan (1846-1919) de boerderij over. Ondernemend als hij was, handelde hij in eek, veekoeken, turf en kleine boten. Ook fokte hij roodbonte koeien van het mrij-ras (MaasRijnIJssel). In het voorjaar werden de koeien met de pont naar de overkant gebracht, waar ze de hele zomer liepen, totdat ze in de herfst weer werden opgehaald. Om bij 't Halfvasten te komen moesten de dieren heel Brummen door, want de wegen die nu door Cortenoever lopen waren er nog niet. Naast ondernemend was Alderkamp ook vooruitstrevend. Hij was gemeenteraadslid in Brummen, medeoprichter van de Boerenleenbank in Brummen, bestuurslid van het Nederlands Rundveestamboek en had als eerste een melkmachine. Na zijn dood in 1919 werd hij opgevolgd door zijn zoon Evert Johan Ernst Alderkamp (1890 1974), die in 1919 trouwde met Hendrika van der Kolk. Dat betekende het einde van de herberg. Hendrika wilde wel boerin worden, maar geen caféhoudster. De Alderkamps hadden twee kinderen: Jan en Mien. Jan vertrok naar Zevenaar, Mien trouwde in 1956 met Joop Wassink. Ze woonden in bij haar ouders op 't Halfvasten. Ook toen al bleek de boerderij in de weg te staan. Op 15 mei 1962 ontving Alderkamp een brief van het Polderdistrict 'Brummen-Voorst', waarin hem werd meegedeeld dat "van 1 juni tot en met 15 augustus 1962 de nieuwe grens ten behoeve van de verbreding en verhoging van de Brummense Bandijk zal worden afgepaald. Deze afpaling zal hoogstwaarschijnlijk ook plaats vinden op het kadastrale perceel waarvan u de eigenaar of beheerder zijt." Op 28 februari 1963 weet de Zutphense Koerier het zeker: "De bekende boerderij Halfvasten aan de IJssel moet worden afgebroken. In verband met het a&alven van de IJsseloever zal de dijk ter plaatse moeten worden rechtgetrokken. Het gevolg daarvan is dat de boerderij moet verdwijnen." In 1964 kocht het Polderdistrict een deel van het perceel en werd de Bandijk verhoogd en verzwaard. Maar de boerderij bleef staan. Omdat de meeste grond aan de overkant van de IJssel lag, was de roeiboot een onmisbare schakel tussen beide oevers. Daarmee kon de boer bij zijn koeien komen. Dat veranderde toen begin jaren zestig de ruilverkaveling op gang kwam. Om grotere kavels aaneengesloten land te verkrijgen ruilden verschillende eigenaren grond met elkaar. Zo kwam het dat vanaf 1965 de koeien, de boer en zijn knechten niet langer het water over hoefden. Mien en Joop Wassink hadden twee dochters en een zoon: Henny, Hendrik Jan en Lieny. In de film "Ode aan 't Halfvasten" vertelt Hendrik Jan (1957) dat langsvarende schippers hen waarschuwden als er een koe in het water lag of was afgekalfd. Ze gaven dan het nummer aan van de kilometerpaal waar het was gebeurd. "Als ze langskwamen zwaaiden wij, en zij zwaaiden terug." In 1980 zou 't Halfvasten opnieuw Halfvasten in vroeger tijden. De stoomboot met vlag geeft de start aan van de 8 km lange zwemwedstrijd naar Zutphen (zie kader). Foto: Regionaal Archief Zutphen. 55

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2014 | | pagina 55