vlakplank mosbreeuwsel vlakplank .breeuwnaad vlakplank Breeuwsintel volzoog met water en uitzette bleef de verbinding tussen de planken behoorlijk waterdicht. Deze breeuwsintels werden overigens ook buiten de constructie in grote hoeveelheden gevonden. Een deel daarvan was zelfs nog nooit gebruikt. Dat betekent dat hier in de buurt niet alleen schepen werden gesloopt, maar dat ook een deel van de productie van de schepen hier plaats vond. De afscheiding kan bijvoorbeeld zijn gemaakt door een "scheepssmid" die aan de Barlheze woonde. Een andere aanwijzing voor het slopen van schepen vinden we wellicht in een grote berg vuursteenknollen uit de ophoging. Deze hebben vrijwel zeker een Oostzee-herkomst en zullen als scheepsballast zijn gebruikt. Nadat de constructie in het veld vrij geprepareerd en gedocumenteerd werd, is hij gelicht om in de werkruimte van de archeologische dienst verder schoon gemaakt en beschreven te worden. Daarbij kwamen verdere details aan het licht. In het algemeen is de constructie als volgt te beschrijven. Een aantal planken van een scheepshuid is tegen een lange horizontale geplaatste balk aan genageld, waarbij hier en daar stukken scheepshuid, bestaande uit meerdere, nog samengevoegde planken, zijn gebruikt. Het resterende deel van de balk is aan de noordzijde afgezaagd tijdens de herbouw van het pakhuis van Iliohan in 1952. Onderdeel van de constructie zijn verder enkele(?) staanders, waaronder een forse balk met een lengte van 172 cm. Aan het einde bevinden zich in het verlengde van de constructie nog enkele stukken hout die duidelijk tot dezelfde erfscheiding behoren, maar niet aan de horizontale balk genageld zijn. Twee stukken bestaan uit "dennenhout" zilverspar). Al het overige hout is eiken. De delen van de scheepshuid waren oorspronkelijk horizontaal geplaatst in de scheepsconstructie, maar zijn in de constructie van de erf-afscheiding vertikaal geplaatst. Aan de zuidzijde is de sintel ark of keg huidplank sintelroede (moslat) Scheepshout breeuwnaad sintel Vuurstenen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2014 | | pagina 45