Nieuwe harmonie of karikatuur? Broederenkerkplein verrijkt met 'historiserend' appartementencomplex. Zelden waren de meningen over een gebouw zo verdeeld als over het nieuwe appartementencomplex op het Broederenkerkplein in Zutphen. Dat waren ze tien jaar (en langer) geleden al, toen er alleen nog maar een voorlopig ontwerp bestond - dat het uiteindelijk nooit heeft gehaald. Volgens de een was dit wat rommelig aandoende open stuk in de stad een 'rotte kies', volgens de andere had het wel ongeveer zo mogen blijven. De mening van omwonenden Eclectisch Door: Sander Grootendorst Vlinderwerk 'Een beetje lucht in de volgebouwde binnenstad.' Had er een mooi pleintje van gemaakt.zeggen omwonenden, die ten gevolge van de nieuwbouw een deel van hun lichtinval zijn kwijtgeraakt. Er is de mening van de argeloze toerist, die tijdens de bouwwerkzaamheden over de Kreynckstraat wandelde en zei: 'Wat wordt dat mooi gerestaureerd.' Hij had niet in de gaten dat de door hem herkende oude kloostermoppen worden gebruikt voor een geheel nieuw ontwerp. En er zijn minder argeloze meningen, zoals die van Constant Willems, gepensioneerd bouwkundige en voorzitter van de werkgroep Bouwhistorie. 'Een nieuwe spuuglelijke bunker met de allure van een strafcamp,' oordeelde hij in een ingezonden brief in de Stentor. Op de website van bouwbedrijf Chris Kappert, dat het ontwerp van Ton de Lange en zijn architect Egbert Hoogenberk verwezenlijkt, staat dat sprake is van een 'nieuw bijzonder bebouwingsplan'. Daar valt geen speld tussen te krijgen. De artist impression, te zien op de site van de makelaar, versterkt het idee dat wat hier wordt verwezenlijkt niets meer en niets minder is dan de droom van de ontwerper. Wat in deze tijden van strenge gemeentelijke eisen en inspraak van omwonenden niet zo vaak meer gebeurt. De artist impression van architect Egbert Hoogenberk 'Ton de Lange ziet zijn droom uitkomen.' Het zijn de woorden van Clarien Veltkamp en Ineke van Vlimmeren. Ze wonen aan de Rozengracht en zien aan de achterzijde van hun huis de nieuwbouw verrijzen. En hoewel die inderdaad een forse hap van hun uitzicht opslokt, zijn ze toch niet perse negatief over die tot steen geworden droom. 'Toen we hier zes jaar geleden kwamen wonen, waren we op de hoogte van de plannen,' zegt Veltkamp. 'Het aanvankelijke plan,' zegt Van Vlimmeren, 'was trouwens ongunstiger voor ons. Een stuk massaler. Nu staat die muur daar toch wat verder naar achteren. Alleen jammer dat het geen blinde muur mocht zijn. Dat raam had van ons niet gehoeven.' Zo te oordelen, valt de schade mee. Er zitten nog tuinen tussen de huizen aan de Rozengracht en 'de droom' en de architect kreeg van de gemeente zelfs uitdrukkelijk te horen dat een met klimop begroeide muur moest blijven zoals-ie was. Het is een favoriete verblijfplaats van huismussen, een ooit zeer algemene vogel die het steeds moeilijker krijgt om zich te handhaven. 'We hebben de ecoloog hier zien rondlopen, 's morgens heel vroeg. Heb ook nog met hem gesproken. Hij zag dieren die mij nooit waren opgevallen.' Sinds het bombardement van 1944 lag het terrein braak. Zeventig jaar na dato komen er weer mensen te wonen. De Lange (van de Brummense ontwikkelingsmaatschappij Engelenburg) nam de grond over van eigenaar Torenstad en trok zijn eigen, nieuwe plan. Hij creëerde plek voor drie appartementen. Het bestaande pakhuis mag blijven als parkeergelegenheid voor de nieuwe bewoners. De omwonenden hebben de voorbereidende werkzaamgheden gadegeslagen. Dat ging zorgvuldig, constateren Veltkamp en Van Vlimmeren. 'We zagen De Lange bezig toen hij de kleur van de stenen die hij wilde gebruiken aan het vergelijken was met die van de Broederenkerk.' Waaruit blijkt hoezeer de hij hier een gebouw wilde neerzetten dat past in de historische omgeving (waarvan een deel werd weggebombardeerd). De Lange koos ervoor om oude kloostermoppen in te zetten. De grote vraag bij dergelijke projecten - ook wel, met een lelijk woord, 'inbreidingsprojecten' genoemd - komt al jarenlang steeds weer terug: wat is passend?In veel gevallen wordt gekozen 36

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2014 | | pagina 36