In de stoep van de brug over de Kattenhavenstuw in de Berkel liggen twee rails. Ter plaatse is het gissen naar het
verloop van het tracé, maar dat het een restant van een trambaan over de IJsselkade betreft is wel duidelijk. Wanneer
de lijn is aangelegd en waarom, zijn zomaar vragen die kijkend naar de spoorstaven opkomen. En waarom heeft men bij
het opbreken van de tramlijn deze paar meters laten liggen?
Het antwoord op deze vragen ligt deels
besloten in de wens om op lokaal niveau
het openbaar vervoer te verbeteren. Sinds
1864 was Zutphen aangesloten op het
landelijk spoornetwerk, maar wilde men
verder reizen, dan was men aangewezen
op de diligence of omnibus, beide
vervoermiddelen door paarden getrokken.
De omnibus was weinig comfortabel op de
bestrating van kinderkopjes en een wagon
op rails, getrokken door paarden bleek
vanaf 1832 de uitkomst. Deze paardentram
werd pas een succes toen Alphonse Loubat
in 1852 de groefrails uitvond, zodat
de bovenzijde gelijk met de bestrating
kon worden gelegd1. Zover was het in
Zutphen nog niet, pas in 1889 werden
met een maand verschil paardentrams
geopend naar Eefde (Gorsselsche
Paardentramweg Maatschappij) en naar
Warnsveld - De Kap (Zutphensche
Tramweg Maatschappij). De laatste
had het startpunt voor het station en
voerde over het noordelijk deel van de
IJsselkade om vervolgens af te buigen in de
Marspoortstraat2. Hiermee zijn de rails bij
de Kattenhavenstuw echter niet verklaard,
dit deel van de IJsselkade maakte namelijk
geen deel uit van het tracé van de
paardentram.
De paardentram was niet bijzonder snel
en niet geschikt voor grotere afstanden, de
stoomtram kon dat beter. Zo werd in 1901
de paardentram naar De Kap vervangen
door een stoomtram en de lijn verlengd tot
Vorden. In 1902 werd de stoomtramlijn
Zutphen - Emmerik geopend, die in
1926 werd verlengd tot het station van
Deventer.
Nadat in 1902 eerst de reizigerslijn naar
Emmerik door de stad werd geopend
(via de markten en verder door de
Pelikaanstraat en Spittaalstraat naar de
Emmerikseweg) werd hetzelfde jaar een
omweg voor goederen over de IJsselkade
aangelegd. Het tracé van deze in goed
Duits genoemde Güterumgehungsbahn
vervolgde na het aftuigen van de lijn voor
personenvervoer bij de Marspoortstraat,
haar weg naar de Bult van Ketjen, langs
de Vispoorthaven, over de Houtwal en
de stuw in de Helbergse Beek via het
huidige tracé van de Verdistraat naar de
Emmerikseweg.
Door: Jeroen Krijnen
22