Groene Kruis
Theehuis
bouwkundige aanpassingen: splitsingen,
samenvoegingen, uitbreidingen en
restauraties. Niet alles is logisch gebeurd.
Proostdijsteeg 1 en 3 zijn min of meer met
elkaar vervlochten. Op nummer 3 woont
een huurster die een apart woongedeelte
heeft op de begane grond dat via een
trap doorloopt naar de eerste verdieping
aangrenzend aan nummer 1.
Wie door de kapel loopt naar de
aangrenzende kamers heeft het gevoel in
een soort puzzel terecht zijn gekomen. In
de loop der eeuwen is er flink gebouwd en
ook gesloopt. Om de oude structuren van
het gebouw zichtbaar te krijgen is het pand
gestript en zijn veel naoorlogse elementen
weggehaald. Het is zo goed als zeker dat
de huidige indeling bij een verbouwing
rond 1900 is ontstaan. De paneeldeuren,
gestucte plafonds en marmeren schouwen
duiden op die tijd. De marmeren vloer
in de hal is later gelegd, over de oudere
vloer. De vloerbedekking die in een
groot deel van de woonvertrekken lag is
verwijderd en nu zijn de terrazzovloeren
weer zichtbaar. Groen is een kleur die
veel is gebruikt in het pand. Olaf Gruben
vermoedt dat dit te maken heeft met
het Groene Kruis, een destijds bekende
landelijke zorgorganisatie, die het pand
in de vorige eeuw gebruikte. Op groen
zie je geen bloed en dat is prettig als er
gevaccineerd moest worden. De moeders
en kinderen in de wachtkamer van het
Groene Kruis zaten in één van de twee
kantoren die notaris Wijers in 1906
had laten aanbouwen. Met een kleine
ingreep veranderde de functie van het
notariskantoor in dat van wachtkamer
en praktijkruimte. Zoals zoveel ruimten
in de loop der eeuwen een andere functie
kregen. De laatste huurder gebruikte het
voormalige notariskantoor weer als garage.
Al dwalend door de verschillende kamers
op de begane grond komen we bij de
tuinkamer en zien we een grote ommuurde
tuin. Er staat een prachtige magnoliaboom
en een pittoresk theehuisje en er is een
vijver. Het was ooit een bijzondere tuin,
maar alles was overwoekerd omdat er
geen onderhoud meer werd gepleegd.
We hebben alles kaal gemaakt om te
voorkomen dat de wortels de muren
zouden aantasten", vertelt Gruben. De tuin
wordt ongetwijfeld weer een paradijsje als
een tuinarchitect op deze plek zijn gang
kan gaan. De stadstuin is opvallend groot,
de rust in het oude centrum is weldadig
en het uitzicht op de Walburgiskerk is
indrukwekkend. Het theehuisje stamt
uit het begin van de twintigste eeuw en
zal na een schilderbeurt zijn oude glorie
weer terugkrijgen. We lopen terug om
de eerste verdieping te verkennen. Daar
is het behang van de wanden gehaald en
de tussenwanden verwijderd. Het zijn
zogenoemde Brabantse wandjes, die
betengeld zijn, waarop riet is aangebracht
en die vervolgens bepleisterd zijn. Zo is te
zien waar de oude muren liepen en welke
bouwkundige aanpassingen er in de loop
der eeuwen zijn gedaan. Op bepaalde
plaatsen in de muren zijn buitenankers te
zien (uit de 16-de eeuw) die ervoor zorgen
dat de buitenmuren via de moerbalken
stevig met elkaar verbonden zijn. Op
zolder - eigenlijk zijn het twee kappen
20