Op 5 oktober 1918 gaat het Luxor theater op de Houtmarkt open. Het is nog maar een voorproeve. Pas in 1919 zijn er dagelijkse voorstellingen met de populaire stomme films, die live worden begeleid door een explicateur. Zo'n explicateur is in de gloriedagen van de stomme film bijna even populair als de acteurs op het doek. Hij voorziet de vertoonde beelden van commentaar en geluidseffecten. Aan de hoofdfilm gaat altijd het Polygoonjournaal, ook opgericht in 1918, vooraf. De heer Piet Egbert Scharphorn uit Bedum is de eerste directeur tot 1925. Er volgen nog enkele directeuren tot 1935. Daarna is de bioscoop zestig jaar lang een familiebedrijf. Zoon A.A (Ton) Zieren volgt zijn vader P.H. Zieren op als directeur. Op een oude foto van de opening in 1918 zie je een menigte Zutphenaren de bioscoop binnen stromen. De Zutphense Courant doet er verslag van: 'Bij de opening van Luxor was het zoo, dat het publiek zich aan den ingang verdrong om toch maar kaarten te kunnen krijgen.' De huidige directeur Joeri Bonsel kan er niet over uit dat er in die eerste jaren wel 400 zitplaatsen waren in de filmzaal. In 1989 waren het er 248. Nu heeft Luxor 80 comfortabele zitplaatsen. Mevrouw Zieren, de vrouw van bioscoopexploitant Ton van Zieren, legt uit: "Het scherm stond veel verder weg dan nu. Achter het scherm was nog maar 1,5 meter naar de Rode Torenstraat. Er was geen podium en geen bergruimte achter het podium. De zaal liep aan de achterkant omhoog. Daar waren de logeplaatsen. Voorin waren de goedkope zaalplaatsen. Logestoelen hadden groene stoffen bekleding en de zaalplaatsen waren met skai bekleed." Koninklijk bezoek Trientje Zieren-Bosboom maakt met haar man Ton Zieren veel bijzondere dingen mee in de bioscoop. Ze herinnert zich het onverwacht bezoek van Prinses Margiet, Pieter van Vollenhoven en prinses Christina. Christina zat voorin de zaal vanwege haar slechte ogen en zwaaide af en toe naar haar zus en zwager. Het moet omstreeks 1965 geweest zijn en ze logeerden in de omgeving. Wellicht in Spaensweerd in Brummen, waar ze vaker te gast waren bij de familie Reesink. Een eerder hoogtepunt is de trouwerij van de prinses Elisabeth (later koningin) met prins Philip in 1947. Er is dan immers nog geen televisie dus iedereen wil naar de bioscoop om de reportage over de bruiloft te zien. Kort geleden kreeg Joeri Bonsel nog een stukje geschiedenis cadeau toen hij even naar buiten ging om een luchtje te scheppen. Een bejaarde Duitse dame en haar zoon stonden stil voor het pand en Joeri vroeg of hij hen kon helpen. De vrouw bleek de weduwe te zijn van een beroepspianist, die in Luxor de stomme film begeleidde. "De vleugel stond onder het filmdoek," vertelde ze. "Er was nog geen podium zoals nu." De vrouw liet geen naam of adres achter. Het was gezien haar leeftijd al opwindend genoeg om het pand nog een keer te zien. Joeri Bonsel kon haar dus helaas niet uitnodigen voor de jubileumfestiviteiten in de Walburgiskerk op 4 oktober, waar het 95-jarig jubileum werd gevierd met vertoning van twee historische films uit 1920 en 1991. Vleeshuis Het pand op de Zaadmarkt wordt in de archieven voor het eerst genoemd in 1469. In 1635 wordt het pand aangekocht door de stad en verbouwd tot een vleeshuis, een plek waar vlees werd gewogen en verhandeld en waarover belasting werd geheven. Het Vleeshuis droeg de naam De Gulden Hoorn. Het Vleeshuis bleef honderd jaar in gebruik op deze plek en verhuisde JBiüH 1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2014 | | pagina 13