Prostitutie in de 13e-eeuwse Apenstert?
Uit historische bronnen weten we dat
prostitutie voorkwam in de middeleeuwen,
maar vanuit archeologische hoek is
daar vrijwel nooit aandacht aan besteed.
Prostitutie was in de middeleeuwen
niet verboden door de kerk. De
bekendste kerkvader, Augustinus (f
430), beschouwde prostitutie als een
noodzakelijk kwaad. De eliminatie van
de prostitutie zou volgens de kerkvader
enkel leiden tot de verstoring van de
sociale orde Prostitutie als 'uitlaatklep'
werd oogluikend toegelaten om zo ander
onheil zoals bijvoorbeeld verkrachting en
overspel te voorkomen 2. Ook kerkvader
Thomas van Aquino (1225-1274)
grossierde in uitspraken als "prostitutie
is als een mestvaalt bij een paleis: zonder
die mestvaalt zou het paleis zelf gaan
stinken" of "neem de hoeren weg uit
de wereld, en je zult diezelfde wereld
verzadigen met sodomie". Hoe moeten
we ons prostitutie voorstellen in de late
middeleeuwen? Net als tegenwoordig
was het er in overvloed maar was het wel
iets zondigs dat het daglicht eigenlijk niet
kon verdragen. Prostitutie vond plaats
in herbergen, badhuizen, bij vrouwen
thuis, op kerkhoven of in steegjes, maar
er bestonden ook bordelen oneerlijcke
herbergen). In 1478 hadden schout en
schepenen het alleenrecht op de exploitatie
van hoerhuizen in Amsterdam 3. Over
het algemeen werd prostitutie gedoogd,
al konden als straf bijvoorbeeld wel de
oren worden afgesneden, de vrouw te kijk
worden gesteld of verbannen worden als
de daad op een ongeoorloofde plaats werd
uitgevoerd 4. Een keur uit Dordrecht uit
de 14e eeuw bedreigde zowel prostituee als
prostitutieklant met de doodstraf 5, maar
dit was duidelijk een tijdelijke puriteinse
gril. De waan van de dag speelde
waarschijnlijk een vrij grote rol.
Over de middeleeuwse praktijk op
dit gebied in de 13e eeuw zijn geen
Zutphense bronnen voor handen. De enige
aanwijzing is de boete van 20 pond en het
"in der hilligen kercken beronge doen, so
dat gehoirt" wanneer men aan apenbare
averspyir deed6. Dat met dit "openbare
overspel" prostitutie wordt bedoeld is
aannemelijk.
De vraag is dus of er archeologische
bronnen zijn uit Zutphen die aan dit
thema gelinkt kunnen worden. Drie
Meestal werden tinnen (13e eeuw) en
loden penningen (vanaf de 14e eeuw
9) in de middeleeuwen gebruikt in een
parallelle economie (armenpenningen
voor brood, turf etc.). van de Romeinse
tijd is het bekend dat er zogenaamde
bordeelpenningen met obscene
voorstellingen spintriaenumi obscoeni
bestonden, die in een bordeel konden
worden uitgegeven 10. De munten tonen
aan één zijde het gewenste standje en
aan de andere zijde het bedrag waarvoor
de betreffende munt (c.q. handeling)
kon worden gekocht. Een voordeel zou
kunnen zijn dat er geen taalproblemen
ontstonden in de multiculturele Romeinse
samenleving. Opvallend is dat ook
vliegende falussen voorkomen, die
vrijwel gelijk zijn aan de afbeeldingen
la en lb: Lood-tinnen bordeelpenning uit de
Apenstert in Zutphen (13e eeuw).
letter A. De andere zijde toont een
afbeelding die in eerste instantie aan een
visje doet denken. Deze afbeelding komt
echter vaker voor op penningen en is te
duiden al een vulva. Voorbeelden van
dit type en van een type met vliegende
fallussen kennen we uit Londen, Salisbury
en Parijs 7maar in veel mindere mate ook
uit Nederland 8. De vondst uit Salisbury
bestaat uit 14 penningen, waarvan 8 met
fallussen en 6 vulva's.
2: Romeinse bordeelpenning.
3: Bordeelpenning uit de tijd van Napoleon
III (1852-1870). Let op de overeenkomst met
de Romeinse penning.
vondsten die onlangs werden gedaan in de
middeleeuwse straat de Apenstert (nabij
het Broederenkerkplein) deden deze vraag
rijzen. Deze objecten dateren alle uit het
midden van de 13e eeuw.
Het eerste object is de lood-tinnen
penning met een diameter van 13mm.
Aan de ene zijde bevindt zich een gotische
4: Diverse Romeinse bordeelpenningen uit
Pompeji. Hierop staan de gewenste standjes
afgebeeld en de prijs die vooraf betaald
moest worden voor de penning. Let op de
gevleugelde falussen.