JAARVERSLAG ARCHEOLOGIE
Door Bert Fermin, Michel Groothedde en Davy Kastelein
Het jaar 2013 was in de gemeente Zutphen uitzonderlijk druk,
ondanks de crisis. Hieronder een verkorte weergave van de
opgravingsresultaten van maarliefst 14 opgravingen. We
beginnen met de twee meest spectaculaire.
HOUTMARKT
Twee boomplantkuilen midden op de Houtmarkt zijn begin 2013
onderzocht. Doel was in eerste instantie om met behulp van diepe
boringen meer informatie te vergaren over de Karolingische
ringwalburggracht onder de markt. De verkregen informatie uit
de boringen sloot goed aan bij wat er inmiddels over de burg
bekend was. Verrassender echter waren de vondsten uit de 13e-en
14e-eeuwse dempingen van de gracht. Uit de 13e-eeuwse lagen
werden veel vondsten verzameld, variërend van scherven, botten,
schoenen tot metaalvondsten. Hieronder ringbroches, gespen,
beslagstukken, zilveren penningen en een loden armenpenning.
Het meest verrassend was echter een vondst uit de vroeg-14e-
eeuwse ophogingslaag: een kwadrant van messing. Dit tijdmeet-
en navigatie-instrument, de oudste in zijn soort in Christelijk
Europa, bestaat uit een platte kwart-cirkel met een oogje voor
een schietlood en twee geperforeerde nokjes die samen het vizier
vormen. Op het vlak staan twee series elkaar kruisende curves. De
ene serie geeft de maanden van het jaar weer, de andere absolute
uren. Langs de benedenrand is een gradenverdeling weergegeven.
Door het vizier op de zon te oriënteren konden zowel de tijd
als de breedtegraad worden afgelezen. Dit laatste maakt het
instrument bruikbaar als navigatiemiddel op volle zee. We weten
dat Zutphense Hanzeaten bijvoorbeeld voeren tussen Noord
Engeland en Bergen in Noorwegen. Het kwadrant geeft ons een
mooie kijk op de toepassing van wetenschappelijke kennis van de
Byzantijnen, Arabieren en Perzen in middeleeuws West-Europa.
is
Kwadrant van messing uit ca. 1300. Met dit instrument kon men zowel
de tijd als de breedtegraad aflezen. Het gaat om het oudst bekende
instrument uit Europa.
Lood-tinnen lovertje met de voorstelling van een adelaar (schaalbalk in
millimeters). In de Apenstert werden twee identieke lovertjes gevonden.
Waarschijnlijk werden ze op kleding genaaid.
BROEDERENKERKPLEIN-APENSTERT
Een forse sleufopgraving in de binnenstad van Zutphen heeft een
zeer gedetailleerd beeld gegeven van de 13e-eeuwse bewoning
en infrastructuur net naast een voormalig hof van de graven van
Gelre. De sleuf valt in drie delen uiteen: 13e-eeuwse bebouwing
(vanaf ca. 1200), houten straatdekken en de 12e-eeuwse
stadsgracht die in de 13e eeuw is opgevuld met mestig materiaal.
De huizen zijn gebouwd met aardvaste stijlen en hebben
verschillende lemen vloerniveaus met haarden boven elkaar. Aan
de westzijde lagen deze huizen aan de Apenstert, een straat die
bestaan heeft tot het geallieerde bombardement op 14 oktober
1944. Deze huizen werden gebouwd op de plaats die vrijkwam
bij het slechten van de 12e-eeuwse vestingwal. Dit slechten werd
mogelijk omdat buiten de 12e-eeuwse linie in de 13e eeuw een
bakstenen stadsmuur werd gebouwd. De oudste fasen van de
Apenstertstraat werden gebouwd op het mestige pakket waarmee
ook de gedempte gracht werd opgevuld, en bestaan uit een
soort ladderwerk van ronde elzenstammen waarop planken of
andere stammetjes lagen die het wegdek vormden. Geen vieze
voeten dus, ondanks alle mest. In de grachtvulling zijn diverse
fasen van beschoeiingen aangebracht. Waarschijnlijk heeft de
gracht in de 13e eeuw dus in een sterk versmalde versie bestaan
tot ca. 1300, waarna de beschoeiingen vermoedelijk de rooilijn
markeerden van de 14e-eeuwse bebouwing. De beschoeiingen
in de gracht bestaan uit ingeslagen dunne elzen staken. Eén van
26