heeft er nog spullen van Mispelblom? V.S drie kantoorruimten en een vergader-/expositieruimte. Bij de verbouwing heeft aannemer Peter Christiaans uitstekend meegedacht. In september vorig jaar was het klaar en ben ik er ingetrokken. In 2013 was er een expositie over het werk van Viktor VI en dit voorjaar stelde Anneliese Wolf er haar foto's ten toon. Ik vind het vanzelfsprekend en leuk om de ruimte met anderen te delen. Zo hadden we er laatst het jaardiner van mijn mannenclub en het eet echt apart, zo tegen de stadsmuur. De verbouwing heeft al met al driekwart jaar geduurd en daarbij is een aantal aardige dingen gerealiseerd. Zo hebben we door het verwijderen van gipsplaten zicht gekregen op de oorspronkelijke stadsmuur, inclusief spaarbogen, eerdere renovaties etc. Ook hebben we een oude waterput uit de 14e eeuw teruggevonden en zichtbaar gemaakt door er een stukje op te metselen. Het bijzondere aan die put is dat die, na bijna 700 jaar, nog watervoerend is. Ook is een jeneverkelder uit ca. 1900 met een inhoud van bijna 5.000 liter uitgegraven en afgedekt met een glazen doorkijk-plaat. Die put is van binnen bekleed met estrikken, die van een dikke groene glaslaag zijn voorzien om het geheel 'brandewijndicht' te houden. Er waren 14 van die putten, de kleinste ruim 2.000 liter en de grootste liefst 9.000", aldus Krans. Toen Mispelblom in 1850 begon stonden er alleen maar een paar schuren. Die waren aan de zuidzijde tegen de stadsmuur aan gebouwd. Voor die tijd hebben er kanunnikenhuisjes gestaan en nog eerder was het de bouwplaats van de kerk. Tot 1966 heeft Mispelblom in het pand gezeten. Na het vertrek van de brandewijnstokerij is het linkerdeel van het pand gesloopt en kwam het in handen van de gemeente. In 1978 werd het pand geschikt gemaakt voor het Grafisch Museum. Krans: "Er is toen een kap op gekomen en de luiken zijn in ere hersteld. Die luiken zet ik iedere ochtend open en dat is altijd weer een goed begin van de dag". Tekst: Ton van Ingen Schenau Bron: Waarneming Kerkhof 16, 31-01-2013 Bert Fermin/Davy Kastelein. In september gaan achter de Walburgiskerk oude tijden herleven. Dan organiseert de Historische Vereniging Zutphen in het pand, waarin vroeger 'De Zutphense Brandewijnstokerij Mispelblom' was gevestigd, een tentoonstelling van spullen die bij het stoken van het 'Zutphense neutje' gebruikt werden. Mispelblom was gevestigd op Kerkhof 16, het pand waarin nu Herman Krans zijn advocatenpraktijk heeft. Frederik Mispelblom Beyer begon de brandewijnstokerij in 1770 en de locatie aan het Kerkhof kwam in 1850 in beeld. In 1966 verhuisde het bedrijf naar de Litouwenstraat op de Mars. In 1970 werd het bedrijf overgenomen door Henkes en nu is Bols de stoker van het sterk alcoholische goedje. Na het vertrek van Mispelblom is het linkerdeel van het pand gesloopt. Het resterende deel is nog enkele jaren in gebruik geweest als garage voor de politie, die toen nog in het vroegere gymnasium, 's Gravenhof 5, resideerde. Ap Lammers van de Historische vereniging kan zich nog goed herinneren dat in zijn jeugd de brandewijntonnen tegen de muren van de Walburgiskerk opgestapeld lagen. Hij hoopt dat er nog Zutphenaren zijn die spullen van Mispelblom in hun bezit hebben en bereid zijn die voor de expositie in bruikleen te geven. Dat kunnen ketels, tonnen, flessen, glazen, recepten, affiches, kaartspellen en ander reclamemateriaal zijn. De organiserende vereniging werkt daarbij samen met pandeigenaar Herman Krans en familiearchivaris Jörgen Mispelblom Beijer, een nazaat van de vroegere brandewijnstokers. De organisatie hoopt dat veel Zutphenaren wat ze in huis hebben aan de organisatoren in bruikleen willen geven. De beloning is een uitnodiging voor de opening van de expositie en uiteraard een brandewijntje met of zonder suiker. Aanmelden via pr@historiezutphen.nl. 17

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2014 | | pagina 16