kerk in de Nieuwstad door de eeuwen heen veel vrijwilligers. Bouwbedrijf Hoffman bleef ook doorgaan met een paar van zijn mensen. Hoffman was 28 jaar de aannemer in de kerk en al die tijd viel er geen onvertogen woord. We hadden een ploeg van een vijftiental trouwe vrijwilligers. De bikkersploeg noemde we ze, omdat het werk vaak bestond uit het afbikken van een pleisterlaag. Soms waren we wanhopig, omdat het geld ontbrak. Maar dan toog ik weer naar Den Haag. Het lukte om de fractievoorzitters van de Tweede Kamer naar Zutphen te krijgen. Maxime Verhagen en Jaap de Hoop Scheffer liepen hier over de steigers." Subsidies, prijzen en giften Een van de laatste acties draaide om de koorvensters. "We hadden genoeg geld voor de restauratie van vijf vensters, maar we wilden nieuwe gebrandschilderde ramen. Ik zag opeens dat op een twintig euro biljet twee gotische ramen staan. Die werden het symbool van onze twintig euro actie voor de nieuwe ramen. In de zomer van 2001 kwam er een forse restauratiesubsidie van 4 miljoen gulden van het Rijk, afkomstig uit de zogeheten kanjerregeling. Naast rijks- en provinciale subsidie kregen we ook steun van de gemeente en het Wijnhuisfonds. Een plaatselijke mecenas nam zelfs privé een raam voor zijn rekening. Een man uit Hoensbroek schonk ons een chronogram, een tijdsgedicht. Hij had ons gezien op televisie. Hij had weliswaar geen geld, maar wilde op deze bijzondere manier ook een bijdrage leveren. Trots is Laurensse op de toekenning van de Meander in 1998, de prijs van de gemeente voor een vrijwilliger die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor de Zutphense samenleving. "Ik werd tijdens de nieuwjaarsreceptie op het podium uitgenodigd om de prijs van burgemeester Annelies Verstand in ontvangst te nemen. Een prachtig moment voor een pleidooi voor de kerk, dacht ik meteen. 'Ik wil niet in de schijnwerpers,' zei ik, 'maar de kerk heeft die schijnwerpers wel nodig. Andere torens in de stad hebben avondverlichting en de Sint Jan nog niet.' Ik had nog een verzoek. De oudste klok van de Sint Jan stond in de tuin van het Stedelijk museum. Die wilde ik graag terug in de kerk. De volgende ochtend na de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders kreeg ik een telefoontje. Beide wensen werden gehonoreerd." De Nieuwstadkerk is al bijna acht eeuwen een belangrijk onderdeel van het beroemde stadsilhouet. De eerste vermelding van de kerk dateert uit 1272, 'de kerk van de Heilige Maria in de Nieuwstad'. Graaf Otto de tweede stichtte toen de Nieuwstad als een autonome stad. De huidige kerk bestaat uit een 14de-eeuws schip met inwendige wandpijlers van drie traveeën (gewelfvakkenjgroot. Het smallere priesterkoor bestaat uit twee traveeën. De toren van de kerk bestond oorspronkelijk uit drie geledingen en werd in 1439 verhoogd met nog eens twee. De zijbeuken zijn er later in de 14e en de 15e eeuw aangebouwd. Er volgden nog vier uitbreidingen van de kerk, waarbij er nieuwe glasvensters in kwamen. In 1582 moesten de katholieken de kerk aan de calvinisten afstaan en in 1819 kregen ze de kerk terug van Lodewijk Napoleon. De jaren daarvoor had de kerk gediend als militair hospitaal en als garnizoensbakkerij. Na ruim twee eeuwen onderdrukking bouwden de Zutphense katholieken rond de kerk voortvarend aan eigen maatschappelijke instellingen. Er kwamen scholen, een ziekenhuis en andere zorginstellingen. Het geheel kreeg in de volksmond de naam 'Klein Vaticaan'. De kerk kreeg na de teruggave een nieuw orgel, het befaamde Timpeorgel en in 1834 een nieuw hoogaltaar. Met kleurige bloem- en andere decoratieve versieringen kreeg de kerk een gedaantewisseling richting neogotiek. In 1956 vond er weer een metamorfose plaats. In de tijdgeest werden alle 'tierelantijnen' bedekt met een lichtgrijze chloor-rubber verf, die de kerk veel schade toebracht. Bijzonder in de kerk zijn de 16e eeuwse schilderingen van een Christusmajestus figuur, die tijdens de laatste restauratie bij het bikken tevoorschijn kwam. In 1999 werden bij opgravingen glasscherven gevonden van kerkramen, die in 1572 gesneuveld moeten zijn. De vier klokken met de originele houten klokkenstoelen behoren tot de oudste kerkklokken van Nederland. De vroeg vijftiende-eeuwse Mariaklok kwam, na een verblijf in de tuin van het Stedelijk Museum, in 1998 weer terug in de toren van de Sint Jan.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2014 | | pagina 11