Drie Tulpenbomen en de vondst van de kwadrant -w-rx 48 Er was heel wat gekrakeel over de drie tulpenbomen op de markt. De voorstanders wilden door het planten van bomen de markt intiemer maken en de stad een beetje groener. Maar volgens de tegenstanders is er historisch gezien geen enkele reden om bomen te plaatsen op deze plek en verpesten ze het uitzicht op Dat Bolwerck, de Drogenapstoren en de prachtige gevel van Houtmarkt 70. Bovendien is het een lastige aangelegenheid om te gaan graven op deze historische plek, waar veel kabels en leidingen in de grond zitten. Liever laten archeologen zo’n plek intact, maar als er dan iets moet gebeuren gaat er kostbaar archeologisch onderzoek aan vooraf. De gemeenteraad besloot dat de bomen er moesten komen en de betrokken restauranthouder kreeg na een bezwaarprocedure een stukje extra terras als compensatie. De archeologen konden aan het werk en groeven hun werkputten die tegelijkertijd konden dienen als plantkuilen. Achteraf is het één grote successtory. De bomen leverden een fraaie plek op en het nieuws over de vondst van een uniek uurwerk en navigatieinstrument uit ca 1300 reikte tot ver over de grenzen. experiment besloot de stadsarcheoloog om de grond uit de kuilen tijdelijk af te voeren naar het gemeentelijk depot. Daar zouden de twee metaaldetectoristen de grond verder mogen onderzoeken. Dat bleek een gouden zet en leidde tot de unieke vondst. In de opgravingsputten op de markt zelf waren al diverse interessante vondsten gedaan. In het begin van de 14e eeuw werd de laatste hand gelegd aan de demping van de 9e eeuwse gracht van de ringwalburg op de plek van de huidige markt. Bij die demping werd grond gebruikt waarin zich ook afval van de stad bevond. Daarover heen ging de bestrating. Bij het graafwerk op de markt kwamen al direct veel munten, sieraden, gespen, stukjes leer, aardewerk en botten tevoorschijn uit de dertiende en veertiende eeuw. Sicco Siegers is de gelukkige vinder. Samen met zijn maat Erik Lammers is hij als vrijwilliger betrokken bij de archeologische dienst van Zutphen. Metaaldetectie is hun beider hobby en samen besloten ze zich acht jaar geleden te melden als vrijwilliger. “Op die manier kom je op interessantere plekken terecht, dan wanneer je deze hobby zelfstandig uitoefent. Het nadeel is dat je de vondsten niet zelf kunt behouden, maar daar heb ik geen moeite mee. De gezelligheid en de gedeelde opwinding over leuke vondsten is ook veel waard, aldus Siegers. In april gingen de opgravingen van start en bij wijze van “Het was wel even lastig om de medewerkers van het gemeentedepot zover te krijgen dat ze de grond tot een

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphense Pracht (vanaf 2012) | 2013 | | pagina 48