De drijfveer van een Hannie Jacobs
Bi'®
irW
Ze is er niet bij op Monumentendag als de tweejaarlijkse
Paltsprijs wordt uitgereikt aan de Joodse begraafplaats.
Hannie Jacobs heeft zich als geen ander ingezet om deze prijs te
verdienen, maar het is nu eenmaal Jom Kipoer, de belangrijkste
feestdag in het Jodendom, een dag van bezinning en gebed.
Joodse vrouwen
“Het was hier echt een bende,” vertelt Hannie Jacobs. In de
oorlog is de begraafplaats gebruikt als illegaal abattoir. Overal
lagen stenen en takken. Bomen en planten overwoekerden de
stenen. Bij het opruimen en kappen kwamen er oude graven te
voorschijn. Zelfs een grafsteen van de grootmoeder van Emmy
Rouwenhorst, Rachel Cohen. Over haar en nog een Zutphense
Joodse vrouw Elisabeth Krukziener, gaat de expositie in het
Metaheirhuisje. We willen iets laten zien van het leven van Joodse
vrouwen in Zutphen voor de oorlog. Iedereen denkt altijd dat de
Joden rijk waren, maar dat is absoluut niet waar. In de Barlheze
woonden straatarme joden. Rachels kinderen zijn bijna allemaal
vermoord in de oorlog. Twee bleven over, waarvan Adèle er één
is. Ze trouwde met een niet-jood en dat heeft haar leven gered.”
Hannie werd als baby ondergebracht in een streng Calvinistisch
pleeggezin. Lange tijd dacht ze al haar familie verloren te hebben
in concentratiekampen, maar in 1977 dook er een zusje op en
De Joodse begraafplaats ligt schitterend te midden van rijk
gevulde groentetuinen. Al van ver zie je het huisje liggen. Als
Hannie Jacobs de grote deuren opendoet is het alsof er een rust
op je neerdaalt. “Dat zeggen meer mensen,” bevestigt ze, “en
misschien is dat ook een reden waarom zoveel vrijwilligers graag
komen om te helpen bij het schoonmaken van de grafstenen.”
Hannie Jacobs is de penningmeester van het bestuur van de
Joodse gemeente en de drijvende kracht achter de restauratie. Ze
is ook een goede gastvrouw, die graag vertelt over de geschiedenis
van de begraafplaats. “Het begon allemaal zes a zeven jaar geleden
bij de begrafenis/Lewajes van Adèle Nijenhuis Cohen. Het was
er druk en er waren veel onbekenden voor mij. Ik hoorde een
vrouw zeggen: wat een bende is het hier’ en een andere vrouw
reageerde. ‘Dat is het altijd op een joodse begraafplaats.’ Na
afloop werd ik door Emmy Rouwenhorst, de dochter van de
overledene uitgenodigd om mee naar huis te gaan. Ik was zo
geschokt van die opmerking dat ik meteen reageerde naar Emmy:
‘Jij gaat de begraafplaats beheren en we gaan zorgen dat het er
schoon is en de schade wordt hersteld.’ Na een telefoontje met
voorzitter, Rob Lezer ging het bestuur met het plan akkoord.
Vanaf dat moment hebben we ons met alle mogelijke middelen
ingezet om de restauratie van de begraafplaats te realiseren. We
vroegen hulp aan de leden van de Joodse gemeente en begonnen
aan een intensief en succesvol traject van fondswerving en
restauratie.” Tot Hannies vreugde meldden zich steeds meer
mensen aan om te helpen, soms uit onverwachte hoek. De
begraafplaats was in 2002 al aangewezen als rijksmonument en
dat gaf ingang voor subsidieaanvragen bij de Provincie en het
Rijk. De oud-restauratoren Constant Willems, Gerrit Bouwhuis
en Robert Nijenhuis ondersteunden het bestuur bij de restauratie
en verzetten zelf ook heel veel werk.
42
I
i.AMI
T
^«3